Schagenaars verleend door Heer Willem. Sinds 1778 werd er ook een jaarlijkse paardenmarkt gehouden. Dat was bv. acht dagen voor het feest van Sintjan de Doper. Wanneer dat was, hoorden de gelovigen in de kerk, want kalenders bezaten de mensen nog niet. Evenals het tijdstip van de paardenmarkt werd ook dat van andere bijzondere dagen of gebeurtenissen door de katholieke kerk aangeduid met de naam van een heilige. Het gehele leven in die dagen was daarmee doorspekt. Dat er zich langzamerhand ook behoorlijke misstanden hadden voorge daan in de roomse kerk, had bij vele geloofsgenoten, niet alleen in Holland, maar in geheel Europa grote weerstand opgeroepen. De handel in aflaten om in de hemel te komen, het aanbidden van heiligenbeelden in de kerken en de geld verslindende pracht en praal behoorden tot de grieven van veel gelovigen. Maarten Luther (1483-1546) en Johannes Calvijn (1509-1564) waren als bekendste hervormers tegen deze misstanden in verzet gekomen. In ons land hadden veel katholieken, voornamelijk in de steden, besloten de door Calvijn verkondigde leer te kiezen. Tijdens deze hervormingstijd werd ons land geregeerd door de in Spanje verblijvende katholieke koning Philips II. Deze streng katholieke vorst besloot de afvalligen te vuur en te zwaard te bestrijden. Er werden vele rechtbanken opgericht, met het doel de ketters tot de brandstapel te veroordelen. Voornamelijk in de zuidelijke Nederlanden werden niet minder dan 1500 dood vonnissen tegen vermeende ketters uitgesproken. Maar toen het calvinisme zich desondanks bleef uitbreiden, stuurde de koning een Spaans leger naar de Nederlanden onder aanvoering van de hertog van Alva om de ketters uit te roeien en de roomse hegemonie te herstellen. Vele calvinisten vluchtten in schepen de zee op of namen de wijk naar Emden in Duitsland om aan de wreedheden van de Spaanse soldaten te ontkomen. Willem van Oranje die het opnam voor de calvinisten, had voor eigen rekening ook een leger op de been gebracht en wist de Span jaarden na een eerste bloedig treffen bij Heiligerlee te verslaan. Het was het begin van de opstand tegen de koning. Maar de Spaanse troepen gaven zich niet zonder meer gewonnen en deze burgeroorlog zou tachtig jaren aanhouden. Met de inname van Den Briel in 1572 door de naar zee gevluchte opstandelin gen was er een keerpunt in de strijd gekomen, maar niet meer dan dat. Zo meedogenloos als de inquisitie had huis gehouden Het fraaie kerkgebouw was omstreeks 1460 gereed gekomen tegen de afvalligen, zo wreed keerden de calvinisten zich tegen de katholieken. Monniken en priesters werden gevangen geno men en zonder vorm van proces opgehangen. Vooral Diederik Sonoy, die door Willem van Oranje als gouverneur over het van de Spanjaarden bevrijde gedeelte van Holland was aangesteld, voerde een waar schrikbewind uit onder de katholieke plat telandsbevolking. Ver van de door de Spanjaarden uitgevoerde terreur verwijderd, had hij zn intrek genomen in het slot te Schagen. De katholieke Heer Johan had voortijdig de wijk ge nomen naar de zuidelijke Nederlanden (België). In het kasteel met zijn kerker had Sonoy een rechtbank in het leven geroe pen, om eventuele sympathisanten met de vijand ofverraders te kunnen berechten. Uiteraard was het niet ondenkbaar dat katholieken, die het oude geloof in het door de geuzen bevrijde gebied trouw bleven, gezien konden worden als samenzweer ders met de Spanjaarden. Zij zouden de posities van Sonoys vendels en schansen in het opstandige gebied aan de Spaanse commando 's kunnen verraden. Immers, de calvinistische aanhangers waren na verloop van tijd in het Noorderkwartier zo langzamerhand in een strijd op leven en dood verwikkeld geraakt met de soldaten van de Spaanse koning en mogelijk katholiek gebleven handlangers. Een lokale 'rechtzaak' Tot de Spaansgezinden behoorden in de ogen van Sonoy vooral katholieke boeren en als mogelijke verraders werden voorna melijk bedelaars en zwervers gezien. De laatste zouden zeker in staat moeten worden geacht de troepenbewegingen van Sonoy voor een som geld aan de Spanjaarden te verraden. Een aantal in de ogen van Sonoy en aanhangers verdachte bedelaars en vage bonden werd daarom opgepakt en in het Schager slot gevangen gezet. Door een vier man sterke rechtbank, samengesteld door Sonoy, werden ze ondervraagd en onder de afgrijselijkste tor tuur op de pijnbank tot bepaalde bekentenissen gedwongen. Het viertal rechters bestond uit de schout van Hoorn, Joost Heukesloot, Jan van Foreest, de schout van Alkmaar, Willem van Sonnenberg, baljuw van Bergen en Willem Calffj baljuw van Zeevang en Waterland. Zij als overtuigde calvinisten en papenhaters hadden hun sporen betreffende het verhoren, be rechten en bestraffen al meer dan verdiend. Onder de hevigste pijnen en valse belofte hen vrij te laten, kwamen de gevangenen, die gezamenlijk in één kerker zaten, met een aantal namen voor de dag van mogelijke opdrachtgevers tot verraad. Na de bekentenissen werden de heren tot de doodstrafveroordeeld en in hun dorpen terechtgesteld door ophanging en gevierendeeld. Tijdens de Opstand namen de geuzen op 26 juni 1572 de stad Gorin- chem (ook: Gorcum of Gorkum) in. Hier werden de zeventien priesters, zowel seculieren als regulieren, alsmede twee lekenbroeders, gevangen genomen en gefolterd. Op 9 juli 1572 werden zij bij Den BrieI opgehan gen in een turfschuur; vervolgens werden hun lichamen verminkt. Hun woordvoerder Leonardus van Veghel, pastoor van Gorcum, staat afgebeeld op een van ramen in de Christoforuskerk Carniut-j.ua \L 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2010 | | pagina 11