en bidden en met driekoningen Jan Pagano met Teet Sla en
de driekoningenster, de verlichte ster en Teet zong dan: 'En als
uwe zonden zijn vergeven, al waren ze nog zo groot, kom laten
wij de kerk gaan betreden'. En met Pinkster: 'de pinksterbloem
is opgegaan en keer je dan nog eris om en is dat geen mooie
pinksterblom' en dan begonnen ze weer, met bloemen en
gekleurd papier, de jongens uit de straat. 'Een edel jonkheer, hij
was welgemoed en draagt een gouden krans omme zijn hoed.
We zullen hem begraven die edele spruit' enz. Wat 'n zalige tijd.
Wij stonden dan met mond en ogen wijd open te kijken en te
luisteren. Weet je nog van jelui's verjaring, dan mocht je vrien
dinnen uitnodigen, Aafje en Bet Ranke, Lize Ranke, Nor en
Cien Keet, Lena Caarls. De jarige schonk dan echte thee en ik
kreeg daar dan ook wat van. Weet je nog? Hoe we Salomon en
Betje met raampje tik konden plagen, arm joodje en jodinnetje.
Zeg kan je nog herinneren dat vader me eens uit de Langestraat
haalde waar ik aan 't zwemmen was. Met 'n stok kwam hij op 't
land en toen ik niet gauw genoeg kwam, nam hij al m'n kleren
mee en liet me zonder kleren over de straat naar huis vliegen. Ik
door de winkel vol met mensen naar de kamer en naar bed. Dat
heeft Eva Ranke me geflikt.
Voorbij, voorbij en dat komt nooit weerom. En van Cees Bes
met de fles bessensap waar stroop in zat die hij niet wilde
ruilen,dat ik die bij Cees in de winkel stuk gooide en de stroop
over de grond droop. En weet je nog wel dat ik leed aan de drie
daagse koorts, maanden lang en alle dagen tweemaal naar oom
Dirk. Ik moest daar telkens 'n halve liter melk van één koe drin
ken. En dan het Schager opstandje, dat geen enkel roomse zeker
van z'n leven was en bij de roomsen en de pastorie alle ruiten
zijn stuk gegooid behalve bij ons, want de familie Rotgans daar
waren we goed mee. Ik hoor Emma en Trien nog roepen: "Nee,
hier niet" en ze liepen door. Guurtje Borst gaat nooit verloren,
weg met Geertje Kok. Wat waren we bang en wat hebben we
gebeden en Jans was zo geschrokken dat ze er een verlamming
van gehad heeft. Men zegt dat ons Jansje haar gebrek aan haar
heup daarvan overgehouden heeft en dat ze daardoor niet in 't
Clarissenkooster kon worden.
Ja, ik zou zo door kunnen gaan. Urenlang, maar die tijd is lang
voorbij. We gaan terug, we hebben de gasten te lang laten
wachten. Ik hoop dat deze herinneringsreis je geheugen heeft
opgefrist. En nu gaan we weer met de trein naar Hazerswoude.
Gauw je kloosterkleding aantrekken. Vergeet het rode hartje
niet en zet de kroon weer op je hoofd.
Je naam Cientje Brügemann laten we in Schagen achter, neem
weer de naam aan van zuster Agnes, religieuze van de zusters
van het H. Hart van Jezus.
rechts.een tuimelaar voor lucht en verder etalagerommel en aan
de steegkant een grote stapel turf voor de keuken, met nog een
stapel houtblokken. Even een mand vol door het luik gooien,
dan is die (de turfbak) vol.
Zo, we gaan even uitrusten en nog wat praten over vroeger.
Weet je nog Cien, van de bewaarschool van zuster Cenesia,
Veronica, Juliet en Kunegonda? Zalige tijd hè, dat we 's zondags
naar de zondagschool gingen met vier centen, twee voor de
school en twee om te versnoepen. Jij gooide altijd de tweede in
het zakje en de mijne werden meestal versnoept. Slecht van me.
We zongen daar en zuster Cenesia vertelde dan en ik mocht
met twee vingers op het orgel spelen: Maria leef, o lelie schoon
en uitgelezen, datjezus leeft, de palmboom doet ons ook enz.
enz., en dan gingen we onze centen versnoepen bij Ootje Meurs
of bij Van der Mark. Weet je nog dat we wel eens Keesie lorie
of Keesie maat kochten, dat waren van die grote platte stroop-
babbels, daar had je wat aan, die kleefden aan de gehemelte en
steeds maar zuigen, lekker was dat. Vier voor 'n cent, daar was je
een hele middag zoet mee. Herinner je nog St. Nicolaas, dat we
's morgens opstonden en naar onze stoeltjes gingen, voor alle
kinderen een stoeltje. Twee grote poppen van taai en speculaas,
chocoladefiguren, suikerdingen, 'n worstje van suiker enz. Dan
'n paar zakdoekjes ofkousen. Wat was dat toch leuk. En vader
en moeder keken dan maar en we lieten de prentenboeken
dan zien. Allemaal van Sinterklaas. Ik zou daar veel van kunnen
vertellen. En dan Kerstmis met het kribbetje, daar maakten Jans
en moeder veel werk van. 's Avonds bij de kribbe liedj es zingen
tAMIUKGRAF
BRUGEMAttïl
1 De familie Brügemann durft risico te nemen en investeert in land
en boerenbedrijven in de nieuwe Anna Paulownapolder. Zij doen dit
zelfstandig of in combinatie met de Schager timmerman Vlaming.
Deze investeringen voldoen niet altijd aan de verwachtingen.
Boerderij Zeldenpas blijkt een zorgenkindje te zijn dat bijna onver
koopbaar is. Zeldenpas wordt binnen de familie het synoniem voor
financiële problemen.
Familiegraf Brügemann op het r.k
kerkhof achter de Christoforuskerk.
21