De vier Heemskinderen worden door Karei de Grote tot ridder geslagen. in hun eigen gebied zowel bestuurs- als rechtsmacht. Hun on derdanen waren aan hen schat- en dienstplichtig: zij betaalden een aantal belastingen en verrichtten van tijd tot tijd bepaalde herendiensten. De edelen, op hun beurt, waren dienstbaar aan hun leenheer, de boven hen gestelde vorst. Dat was vooral een militaire dienstbaarheid. Een edelman behoorde in oorlogen met zijn vorst ten strijde te tekken, loyaal en onvoorwaardelijk. Wel zijn er vanaf het begin van de veertiende eeuw tot ver in de zestiende eeuw een groot aantal ridderwijdingen bekend die plaats vonden op het slagveld aan de vooravond van een veldslag of de bestorming van een stad. Dat vereiste een uitgebreide wapenrusting, meerdere strijdpaar- den en een aantal onderhorigen die mee ten strijde trokken. Al met al een zeer kostbare aangelegenheid die lang niet iedere edelman zich kon veroorloven. Er ontstond in de loop van de tijd een onderscheid tussen gewone edelen en ridders. Elke rid der was edelman, maar niet iedere edelman was ook ridder. Edelen hadden altijd al de gewoonte om hun oudste zoon, als hij meerderjarig werd of zijn eerste militaire of bestuurlijke taak ging uitvoeren, tijdens een plechtigheid het zwaard om te han gen. Een teken van waardigheid, van volwassenheid. Uit deze plechtigheid thuis is wellicht de ceremonie van de ridderslag ontstaan. Er zijn slechts enkele ridderwijdingen bekend die plaats vonden tijdens grootse hoffeesten. Daarbij gaat het altijd om vorstenzo nen. De Hollandse jurist Filips van Leiden verklaart de schaarste van deze feestelijke plechtigheden uit de enorme kosten die zon feest met zich mee bracht. Een vorst kon geen 'bede' (bijdrage) aan zijn onderdanen blijven vragen - ze moesten al zo vaak bijdragen in verband met de vele oorlogen die de vorst voerde. Wel zijn er vanafhet begin van de veertiende eeuw tot ver in de zestiende eeuw een groot aantal ridderwijdingen bekend die plaats vonden op het slagveld aan de vooravond van een veldslag of de bestorming van een stad. De knapen die zich bijzonder dapper wilden gedragen, ontvingen van de vorst de ridderslag. De riddereer gebood dat zij dan ook in de voorste gelederen zouden vechten. Toch vond er in de loop der tijd een verandering plaats in de betekenis van de riddertitel: in 1304 werden knapen aan de vooravond van de slag geridderd, opdat zij zich dapper zouden gaan gedragen. Honderdvijftig jaar later, in 1467, ontvingen een paar knapen de ridderslag, omdat zij zich bij een bestorming zeer ridderlijk, dapper, hadden gedragen. De ceremonie van de ridderslag De ridderwijding speelde lange tijd een belangrijke rol in het adellijk leven. Begrijpelijk als militaire dienstbaarheid aan de vorst, bescherming van weduwen en wezen en opkomen voor de belangen van de kerk erezaken zijn. Het was onder edelen al heel lang de gewoonte dat de vader zijn oudste zoon, als deze zijn eerste militaire ofbestuurlijke taak ging volbrengen, tijdens een plechtigheid persoonlijk met het zwaard omgordde. Hij wees hem daarbij op zijn edele plichten, zijn verantwoordelijkheden en beschouwde hem vanaf dat moment als volwassen. Waarschijnlijk is uit deze plechtigheid de ceremonie van de rid derslag ontstaan. De plechtigheid verliep ongeveer als volgt. De kandidaat-ridders namen vooraf een ritueel bad. Hierna werden zij door degene die hen de riddertitel zou verlenen in feeste- 16

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2009 | | pagina 16