Boekbespreking
Op een zondagmorgen kwamen er
een keer Duitse militairen in de winkel
die om stencilpapier vroegen.
weid. Wellicht was hij ook daarom niet betrokken bij sabotage-
en andere acties van het verzet.
Hoewel in het begin van de oorlog niet veel te merken was van
de Duitsers was de familie van Ketel vreselijk tegen de moffen'
en nogal fanatiek vrijheidslievend. Mede daarom is hij de laatste
jaren van de oorlog mee gaan werken aan het illegale krantje
'Het Nieuws'.
Voor de nieuwsgaring werd in huize van Ketel geluisterd naar
radio Oranje via een ontvanger die tot het einde van de oorlog
onontdekt bleef in een met behang weggewerkte bedstee. Er
heeft eens een man meegeluisterd die later van de NSB bleek te
zijn maar hij heeft van Ketel niet verraden.
Op een zondagmorgen kwamen er een keer Duitse militairen in
de winkel die om stencilpapier vroegen. Wellicht hadden ze een
nummer van "Het Nieuws" onder ogen gehad en waren ze nu
op zoek naar het papier. Van Ketel liet ze echter ander stencilpa
pier zien waarop ze weer vertrokken.
De gemeente liet af en toe bonkaarten bij hem drukken. Hoewel
er ter controle Duitsers bij het drukken aanwezig waren, lukte
het van Ketel toch nog wel eens om bonkaarten achterover te
drukken.
Soms pakte de drukmachine namelijk twee vellen tegelijk en
dat was voor een leek niet te zien. Deze bonkaarten werden dan
weer verdeeld onder Joodse buurtbewoners. Ook heeft Van
Ketel een paar keer voor Joodse mensen persoonsbewijzen
vervalst, op een handdrukpersje voor visitekaartjes. Met foto,
stempels en handtekening was dat erg moeilijk maar het lukte.
Hij liet in zijn drukkerij ook valse doktersverklaringen maken,
waarop afkeuring voor uitzending kon volgen.
Achteraf besefte hij pas welk gevaar hij liep.
Jan van Ketel is in 1974 overleden.
n
Buiténveld
Jura0®j®||
'Julianadorp 100 jaar', een uitgave van
de Heldersche Historische Vereniging.
Drukpers
Het gaat om een mooi themanummer van levend
Verleden, het tijdschrift van genoemde vereni
ging. De auteurs, J. T. M. Bremer, D. Aten, R.
Schendelaar, S. Hartkamp en W. C. Thijssen
hebben in een of meer artikelen van hun hand de
geschiedenis van Het Koegras, de inpoldering,
de ontstaansgeschiedenis en de ontwikkeling
van Julianadorp op een onderhoudende manier
beschreven. Vanuit allerlei invalshoeken hebben
zij de historie, de waterstaatkunde, de middelen
van bestaan als veeteelt, tuinbouw en bollenteelt,
evenals de middenstand onderzocht en onder
woorden gebracht. En ten slotte is de bewoning
en zijn de bewoners bepaald niet vergeten.
Het is een boeiend geheel geworden. Mocht u
meer over dit gebied tussen de Groote en de
Kleine Keeten, tussen de duinen en de Anna Pau-
lownapolder willen weten, dan kunt u in dit fraai
uitgevoerde extra nummer van Levend Verleden
terecht. Voor 15,- ligt het in de boekhandel op u
te wachten.
Karei Numan