sl molen van Schagen
weduwe van Stoffel Nannes s.g. (saliger gedachtenis) aenden
noorden". In 1566 heeft de molen al enige jaren een nieuwe
eigenaar, genaamd:
Wijbrant Claess
Op pagina 325 in inventarisnummer 5885 lezen we: "Wijbrant
Claess nutertijt poorter woonende binnen Schagen bekent
schuldig te wesen ende verwillekuert (belooft aan) Aerian
Wijbrants backer een somma van 86 gulden en 13 1/2 stuivers
ter cause van de laeste custinge vant huijs ende meelmoolen
staende opt oost van Schagen". Hij heeft dus de molen al enige
tijd in bezit en moet nog de laatste termijn van de hypotheek
betalen. Wijbrant Claess komt niet uit Schagen, maar is hier
komen wonen als hij de molen koopt. Hij kwam vermoedelijk
van het eiland Wieringen, althans daar woont hij in 1579. In het
transportregister van dat jaar, op blz. 68, staat: "Wijbrant Claes
moller wonende op de eijlant van Wieringen".
De juiste verkoopdatum van de Oostermeelmolen staat niet
vast, maar in januari 1577 wordt Wijbrant genoemd als buur
man bij de verkoop van een huisje in de Molenstraat. Hij woont
dus nog in Schagen. In december van dat jaar heeft de molen
echter een nieuwe eigenaar. De molen is dus tussen januari en
december verkocht aan:
Allert Ariensz
Allert laat het niet bij de molen in Schagen, maar koopt ook de
Oochmer meelmolen - de molen in Callantsoog dus. De schuld
van 200 Carolusgulden belooft hij in twee termijnen af te lossen.
Als onderpand dienen de Oostermolen, de molenwerf en het
huisje. Nu wordt het verhaal onduidelijk. Allert blijkt eigenaar
te zijn van de halve molen en heeft voor de andere helft nog een
schuld bij Wijbrant Claess, de vorige eigenaar, van 550 gulden.
Kennelijk wordt dit bedrag ergens geleend onder voorwaarde
dat er jaarlijks met kerstmis 100 gulden wordt afgelost. Wijbrant
Claess is bereid als borg op te treden.
In augustus 1580 heeft de molen een nieuwe eigenaar.
Cornelis Arisz Messke
Deze overlijdt echter vrij snel na de aankoop. Zijn weduwe met
haar, vermoedelijk nog erg jonge kinderen weet geen raad met
de molen. Haar voogden Pieter Michielsz Keijns en Harckjan
Wiggersz onderhandelen met Allert Ariensz over terugkoop
van de molen. Deze is daartoe bereid en in juli 1582 vindt de
overdracht plaats. In de akte lezen we: "Dat geheel voldaen
ende welbetaelt zijn den leste penningen metten eersten ende
bedanckende den voornoemde Allert Aeriansz van zijne goede
betalinge". Hoewel dit een standaard zin is in veel akten zal de
weduwe blij geweest zijn met de voorspoedige verkoop en
snelle betaling.
De molen is dus weer in handen van Allert Ariensz die enige
jaren later, hoeveel weten we niet, overlijdt. De molen krijgt dan
een nieuwe eigenaar genaamd Gerrijt Jansz, tenminste dat denkt
hij. Bij de koop, die waarschijnlijk niet geregistreerd is, is iets mis
gegaan zoals enige tijd later zal blijken.
Gerrijt Jansz
Medio januari 1591 verkopen Gerrijt Jansz en Gerrijt Reijers
als voogden van "comparants (Gerrijt Jansz) huijsvrouwen
overleden broeders kint" (een neefje of nichtje dus) een derde
deel van een huis naast de kerk van Harenkarspel aan Jan Florisz
de buurman.
Vermoedelijk is het eigendomsrecht van het huis niet schriftelijk
vastgelegd en wil de koper zekerheid. Om te garanderen dat
de verkoop rechtmatig is geeft Gerrijt Jansz de Oostermolen
in Schagen als onderpand. Hij is er dus van overtuigd dat hij
de rechtmatige eigenaar is van de molen. Vermoedelijk had hij
een mondelinge overeenkomst met de erfgenamen die dachten
dat zij de molen wel van de hand konden doen. Er was echter
Standerd molen op een grafzerk in Nieuwe Niedorp.
5