Va
"A
m
«r
De Trapbrug, de Keins en de weg ernaartoe
ScKagt
Op de open dag van de Nieuwe Nes aan het
Schoenmakerspad op 18 april jongstleden werd
door bezoekers een aantal keren iets gevraagd over de
Keins en in de verband daarmee ook over de Trap
brug en het Trapwegje. Hoe was die naam ontstaan,
van de Trapweg? En hoe zat dat nu met de Keins?
Daaruit vloeide de belofte voort over beide onder
werpen iets te schrijven in de Kakelepost. En met dit
stukje hopen wij die belofte in te lossen.
Groot en 'klein' Keins
De Keins heeft een grote en een kleine variant. Groot Keins
ligt in de Zijpe, tussen Schagerbrug en Keinsmerbrug in. Als
je van Schagerbrug uit de provinciale weg oversteekt rich
ting Keinsmerbrug, dan vind je Groot Keins na een meter of
vijfhonderd aan je rechterhand, tussen de Grote Sloot en de
West-Friese Zeedijk in, vrij dicht bij de weg. De plek is vele
honderden vierkante meters groot en staat nu onder andere
bekend als Leeuwenhorst. Op Groot Keins liet in oude tijden
de kerk van Schagen vee grazen en trok daaruit een deel van zijn
inkomsten.
Wat we nu kennen als de Keins, de buurtschap waar het kapel
letje staat, dat was dus klein Keins, zullen we maar zeggen. De
dijk daar is verbreed door de ertegenaan liggende terp.
Naar Groot Keins liep een (vee)weg die luisterde naar de
naam van Keinsmerwegje. Je ging het Noord af tot de splitsing
Op dit detail uit het Kaartboek Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-
Friesland uitgegeven in 1745 is Groot Keins te vinden in de linker onderhoek.
20