van weleer
Een kleine indiaanse jongen trekt
aan een touw een luid knorrend
varken voort tussen de uitgestalde wa
ren. Ik ben op de markt in Guamote,
hoog in het Andesgebergte. Daar
komen de indianen uit de omringende
bergdorpen naar toe om hun kippen,
varkens, ezels, maïs, kruiden, pon
cho's, sieraden en huisraad te verhan
delen. De aankopen gaan in bijeen
gebonden doeken en dichtgenaaide
juten zakken weer mee naar huis.
Tussen de uitstallingen wordt op
straat gekookt en al etend wordt het
nieuws uitgewisseld.
Ik heb daar een opmerkelijke ervaring. Ik ontmoet een sjamaan
die spreekuur houdt in een apotheek. Daar staat een rij mensen,
die op hun beurt wachten om hun hand in de zijne te leggen.
Terwijl de sjamaan via de pols contact maakt met de hartslag,
stelt hij de diagnose. Vervolgens zoekt hij een medicijn uit bij de
toonbank. Tot mijn verbazing zit dat in voor mij vertrouwde
doordrukstrips. De eerste pil wordt ter plekke ingenomen. Het
enige magische is een fles met een gele vloeistof die terzijde
staat. Daaruit reikt de sjamaan een slok aan om de pil mee weg
te spoelen. Zou dat urine van de sjamaan zijn, vraag ik me
gruwend af?
'Normale' medicijnen samen met een toverdrankje? In dezelfde
apotheek houdt naast de sjamaan ook een afgestudeerde arts
spreekuur. In een witte doktersjas staat hij buiten in het portiek
voor zijn spreekkamer. Ik spreek hem aan omdat ik me over de
situatie verwonder, een sjamaan en een arts samen in de
apotheek. Zijn ze eikaars concurrenten? Integendeel. Ze werken
samen. Als de sjamaan het niet vertrouwt, verwijst hij door naar
zijn wetenschappelijk geschoolde collega. Op zijn beurt
raadpleegt de arts weer de sjamaan. Hier zie ik integratie van
spiritualiteit en wetenschap in de praktijk van het leven.
Als ik daar aan de andere kant van de wereld ronddwaal over die
markt en de geuren opsnuif en het geroezemoes als een veilige
deken om me heen voel, hoef ik mijn ogen maar dicht te doen
en ik loop als klein meisje over de Schager veemarkt. Het is
eigenlijk nog maar vijftig jaar geleden dat een dergelijke cultuur
als in Ecuador in ons land nog springlevend was.
Laat ik dat Schagen van vroeger eens voor u beschrijven. Vanaf
ver is Schagen al te zien. Twee torenspitsen verrijzen aan de
horizon. Die met tierelantijnen is de protestante kerk en tevens
het hart van het marktplein. Op marktdagen is het een attractie
om de toren te beklimmen en vanaf de trans heel de Noordkop
te overzien. "Kijk daar is de zee en daar het IJsselmeer!". De
katholieke kerk daarentegen staat op een te verwaarlozen
pleintje aan het eind van de winkelstraat en prikt zijn sobere
naald recht de hemel in. De winkelstraat is als een kleurig koord
gespannen tussen de beide godshuizen. Er is een protestantse
bakker en een bakker voor de katholieken, een protestantse
slager en een katholieke slager, en zo is het met alle winkels.
Alleen als je 'niks' bent, heb je de vrije keus
Op het marktplein rond de kerk staat in een halve cirkel het hek
werk van ijzeren stangen om de koeien en paarden aan vast te
binden tijdens de wekelijkse veemarkt. Eromheen staan als in
een reidans: de koffiehuizen, waar ook een borrel geschonken
wordt, de smederij waar de paarden worden beslagen, de
bakkerij waar de geur van versgebakken brood al vroeg over het
marktplein dampt, de herenkapper waar de voetbaltoto hangt.
De mannen laten zich daar niet alleen knippen maar ook
scheren. Het mes los in de hand van de kapper, schuimig als
branding. Laten we even koffiehuis 'De Beurs' binnengaan, pal
naast de kerk. Dat is van mijn familie en daar ligt mijn jeugd.
Je zou 'De Beurs' in onze tijd een 'Grand Café' noemen, met het
interieur van nu antieke tafels en stoelen. De houten vloeren
worden met zand geveegd. Fluwelen gordijnen hangen aan
koperen ringen en roeden. Hoge spiegels in barok vergulde
lijsten vergroten de ruimte en in het midden staat de kolenka-
chel met zwart ijzeren pijp. Afgewassen wordt in de keuken op
het granieten aanrecht met geklopte zeep. De voorraadkasten
zijn gevuld met verse melk van de boerderij waarvan de room is
afgeschept voor de koffie, en schalen met allerhande maten
eieren, het stro er nog aan geplakt. Daar staan ook in rijen de
glazen weckflessen vol zoete peren en pruimen. Alles wordt nog
zelf gemaakt met overgeleverde recepten. Er staat een reuze
handkoffiemolen, het draaiwiel gemaakt van een velg van een
fietswiel. Suiker wordt wekelijks gebrand om de koffiesmaak te
verbeteren. Suiker wordt tot een bruine stroop ingekookt en
vervolgens op vetvrij papier gestort om uit te harden.
Als je die dag binnenkomt, ruik je meteen de zoete karamel en
Veemarkt te Schagen. Op de achtergrond het gemeentehuis
met rechts daarvan de slagerij van Berkhouwer.
18
Marjan Boontjes 9 september 2003