In de jaren daarna wordt het steeds moeilijker om walvis
vaarders uit te rusten, tot het ten slotte in de Franse tijd bijna
onmogelijk wordt en schepen die vertrekken - uiteindelijk
uit noord-Duitse havens - bijna allemaal in beslag genomen
worden door de Engelsen. Desondanks gaat op heel beperkte
schaal de walvisvaart nog door tot 1802/1803.
Jacob Willemsz Gorter trouwt in 1770 met Neeltje Klaas
Bras (ondertrouw 26 oktober, zowel in Schagen als in Zijpe,
huwelijk 11 november). Hij is afkomstig uit de Zijpe, zij komt
uit Schagen. Neeltje is volgens het gereformeerde doopboek ge
doopt op 27 maart 1746 te Schagen. Zij krijgen twee kinderen,
Dieuwertje en Klaas. De vader van Neeltje, Klaas Bras, was de
koekenbakker van Schagen, wonend in de Molenstraat.
Op 27 februari 1771 wordt bij de gereformeerde gemeenschap
van Schagen gedoopt Jacob Willem Gorter, bejaard persoon,
terwijl in het lidmaten- en attestatieboek van dezelfde gemeente
op 21 februari 1771 staat vermeld: 'Jacob Willemsz Gorter,
belijdenis, was mennoniet'.
Het kan zijn dat het hier gaat om de commandeur Jacob
Willemsz Gorter. Voor zover nu te zien is, was er in Schagen
maar één persoon met die naam, van wie geen geboortedatum
bekend is, wat samenhangt met zijn doopsgezinde herkomst.
Toch lijkt het al bij al niet zo waarschijnlijk dat het om dezelfde
persoon gaat. Dekker vertelt over Jacob Willemsz Gorter in zijn
boek "Een Gulden Snede" (Dekker, 2004, blz. 195) nog het
volgende: "Schieman Jacob Smeer, alias Gorter, uit Schagen.
Hij had zijn bijnaam 'Smeer' te danken aan de walvisvaart waar
traan ook wel als zodanig werd aangeduid. Jacob volgde Jochem
Blaauboer in 1787 op als commandeur van 'De Jager', na van
schieman, belast met de verzorging van touwwerk en walvis-
lijnen, vanaf 1775 te zijn opgeklommen. Hij commandeerde
'De Jager' voor rederij Jongewaard Tip tot 1790 en bracht
van 4 arctische reizen 241 vaten spek van HVi walvissen thuis,
of jaarlijks gemiddeld 60,25 vaten van 3,13 walvissen. Ook dit
resultaat was zeer matig." Tot zover Dekker.
12. Claas Claesz Keucken
Op 23 maart 1708 vindt de overdracht plaats van een stukje
grond gelegen even buiten het Noord (Oud Archief Schagen,
inv. nr. 5900, blz. 440)
Jan Visscher, oud schepen alhier als last en procuratie hebbende van
Claas Claesz Keucken, commandeur op De Helder als in huwelijk
hebbende Trijntje Pieters die een doghter en erfgenaem is van Aaj
Cornelis volgens procuratie daer van op den 21 en Maert 1708, in
bijwesen van Jan de Gooijer en W. Tuijnsaat sijne gebueren geteeckent,
ons schepenen getoondt, en hier nevens ten prothocolle geregisteert de
welke ingevolge de verkoopinge van de voornoemde Claes Claesz
verklaarde te transporteren aen Claes Hendriksz Kuijte op 't Noordt
een stuckje landt gelegen buijten 't Noordt(Volgens de kopie van
de procuratie - blz. 441 - groot omtrent drie geersen vier snees-
senbelent de Capel ten zuijden, de memorie ten oosten,
en de gemeene Weg ten noordwesten).
Genoemde Claas Keucken is commandeur ter walvisvaart aan
het begin van de 18 de eeuw. Hij wordt genoemd door Van
Santé in zijn Alphabetische Naam-Lijst als varend voor Dirk
Blauw uit Zaandam.
Deze Claas Keucken lijkt de 'stichter' van een dynastie van com
mandeurs ter walvisvaart, immers zijn zoon en zijn kleinzoon
waren eveneens commandeur, terwijl zijn achterkleindochter
nog eens huwde met achtereenvolgens de commandeur
Cornelis Hendriksz Baske uit Den Helder en commandeur Jan
Sijmonsz Walig (Waligh) die zich na zijn vele tochten naar het
noorden met zijn vrouw Neeltje Keucken in Schagen vestigde
(zie hierna). Over deze Claas Keucken is het een en ander
bekend. Deze familie was doopsgezind, geboorten worden
dus niet gemeld in de doopboeken van de gereformeerde kerk.
Voorgenomen huwelijken worden gemeld bij de schepenen, en
sinds de invoering van de impost op begraven - een belasting
ingevoerd in het begin van de 18de eeuw worden de overlede
nen aangegeven op het gemeentehuis en wordt er bijgehouden
hoeveel impost er wordt betaald voor elk aangegeven lijk. Dat
gebeurt ook als er niets betaald hoeft te worden en de begrafe
nis pro deo is. Hij was een Groenlandvaarder. In de jaren 1700
tot 1708 voer hij met het schip 'Het Noorse Bos' voor directeur
Dirk Blauw uit Zaandam. Uit het Oudrechterlijk en Weeskamer
ArchiefWestzaan, inventarisnummer 1702, blijkt dat hij op
24 november 1708 zijn vleet in veiling bracht, dus zijn walvis
vangstgereedschap verkocht. Dat gebeurde dus in hetzelfde jaar
als waarin hij wat grond verkocht in Schagen.
Claas Keucken was eerst gehuwd met Neel Heerties, uit welk
huwelijk een zoon werd geboren, die eveneens Claas genoemd
werd. Neel Heerties overleed in 1697, haar overlijden wordt
aangegeven op 14 mei 1697 door Anna Meijnards, de impost
bedroeg f 3.-.
Op 22 november 1698 gaat hij in ondertrouw met Trijntje Pie
ters, de dochter van Aef Cornelisdr. Dan betalen zij f 12,- im
post. Hij voer al veel langer als commandeur naar Groenland.
De gegevens in de naamlyst van Gerret van Santé gaan niet
verder terug dan tot 1700. Uit een transportakte voor Schout
Commandeur
Jaren
Aantal
Aantal
van varen
walvissen
vaten
spek
Jacob Cornelisz Grootewal
tussen
1660
en
1670
Gerbrand Remmersz
1700-
1721
107
4483
Jacob Koeck
1720-
1727
131/2
705
Garmet Adriaansz Roos
1721 -
1729
101/2
389
Simon Lourens Quast
1714-
1745
1191/2
4005
Lourens Sijmonsz Quast
1734-
1758
821/2
2674
Jan Strop
1733-
1767
157 1/2
4729
Teunis Cornelisz Root
1735-
1768
142 3/5
4340
Jacob Teunis Root
1758-
1769
33%
981
Jacob Cornelisz Root
1742-
1769
73 1/3
2322
Jacob Willemsz Gorter
1787-
1790
121/2
241
Claas Claesz Keucken*
1700-
1708
431/2
1423
Jan Simonsz Walig
1773-
1797
75
2255
*(hoeveel hij voor 1700 vangt is onbekend)