nen begraven), getuige eveneens de volgende akte, waarin we
lezen (Oud Archief Schagen, inv. nr. 5905, blz. 183), gedateerd
24 januari 1769: "Wij Simon Veen en Gerrit Vlamingh, Schepenen
van Schagen, doen cont dat voor ons gekomen is Jacob TeuniszRoodt,
als soon en erfgenaam van Teunis Cornelisz Roodt overleden op de
Helder, dewelke verklaarde agtervolgens depublique verkopinge op
te dragen aan Pieter Westing, geregtsbode alhier, de helfte in een huijs,
erven en een opstal van een hooijschuur staande endegelegen in de
Nieuwe Straat Papestraat), belent Adriaan Legaart ten noorden,
en GerritHeeneweer tenzuijden'.'
Op 23 december 1768 lezen we in het begraafboek van Den
Helder: "Jacob Roodt heeft het lijk van zijn vader Theunis Roodt
aangegeven tegehooren onder de classis vanf. 6,~."
Op 23 februari 1768 werd hij volgens een akte verleden bij no
taris Hoflaan in Schagen tot f 8000,-- gegoed (Dekker, WFON
1981, blz. 153) en dat is een flink bedrag.
9. Jacob Teunis Root de Jonge (Jan Teunis)
Jacob Teunis is de zoon van Teunis Cornelisz Root. Ook de
zoon is commandeur. Hij trouwt in Schagen met Maria Smit op
8 augustus 1760 (dtb Schagen 16/235/6).
Jacob Teunis vaart van 1758 tot 1769 als commandeur op
Groenland.
Het overlijden van zijn vrouw wordt gemeld in de Maandelijkse
Nederlandse Mercurius van februari 1769, blz. 58: "Maria Smit,
huisvrouwvanjacob Teunis Root, O.K." (O.K. is oud-katholiek).
Het feit dat het overlijden van zijn vrouw wordt gemeld als in
Amsterdam plaats gevonden hebbende, duidt er wellicht op dat
ze in Amsterdam waren gaan wonen. Zeker is dat niet.
Wel is zeker dat Jacob Teunis Root nog leeft als zijn vrouw is
overleden, hoewel het jaar 1769 het laatste jaar is dat hij naar
Groenland vaart.
Stapt hij over op de koopvaardijvaart? Overlijdt hij
10. Jacob Cornelisz Root
Het is niet onwaarschijnlijk dat het hier gaat om een broer van
Teunis Cornelis Root, geboren 14 november 1715, evenals hij
oud-katholiek gedoopt in Huisduinen.
Jacob Cornelisz Root vaart als commandeur op Groenland
tussen 1742 tot 1769.
Dekker (1971,121-124) beschrijft de ondergangvan de Jonge
Joan' en de redding van de bemanning in 1768. Commandeur
Jacob Cornelisz Root is ten slotte, zoals Dekker schrijft, na een
wel heel hachelijk avontuur in staat een verklaring af te leggen
tegenover notaris Jan Theodore Frescarode in Rotterdam. Naast
hem tekenden de matrozen Jan Harmen Walboom, Teunis de
Vos, Ernst Brauw en Andries Lindgren dit stuk.
Op 1 september 1768 is hij tot f 2000,-- gegoed
(Dekker, WFON, 1981,blz. 155).
Sommige commandeurs stapten over naar de koopvaardij. Hun
ervaring op zee als commandeur, strekte hun uiteraard tot voor
deel. Zo ookjacob Cornelisz Root. Na zijn periode als com
mandeur stapt hij over naar de koopvaardij. Hij wordt schipper,
o.a. in de periode 1752- 1761, op de schepen 'La Guipuzioa,
groot llOlastenin 1752enop'De Gekroonde Valk', groot 70
lasten, in 1761. (Zie Dekker, WFON 1981, blz. 155.)
Het is onzeker ofjacob Cornelisz Root enige connectie met
Schagen had. Mogelijk geen andere dan dat zijn broer Theunis
daar een poos heeft gewoond.
11Jacob Willemsz Gorter ofwel Jacob Smeer
In zijn eerste jaar als commandeur, 1787, keert hij op 22 au
gustus leeg terug, in de overige drie reizen vangt hij HVi walvis
die 241 vaten spek opleveren. Omdat dat een niet al te hoog
gemiddelde is, wordt hij in 1791 vervangen door een andere
commandeur, Cornelis Riekels uit Den Helder.
Piet Dekker, aan wiens boeken en artikelen een gedeel
te van de gegevens betreffende de commandeurs ter
walvisvaart is ontleend, reageerde op het schilderij dat
de omslag van de eerste vernieuwde Kakelepost sierde
met een aantal opmerkingen over dat schilderij.
"Het bijzondere van de cover op de nieuwste 'Ka
kelepost' is dat dit schilderij van De Vries in 1772 is
vervaardigd. Werkelijk één van de mooiste arctische
walvisvaartgezichten. In dat jaar voer de Texelse com
mandeur Claas Drijver met deze 'Zaandam' naar de
Straat Davids en keerde op 13 augustus weer terug in
het Texelse zeegat met 125 vaten spek van 3 geharpoe
neerde walvissen. Het is het ENIGE jaar waarin DEZE
'Zaandam' onder die naam voor rederij Taan met Drijver
uitvoer naar Straat Davids. Dat het om een vangst in die
zeestraat gaat, en niet in het vangstgebied ten oosten
van Groenland, wordt aangetoond (links op het schilde
rij) door de umiak of vrouwenboot, een soort grote kajak
met een aantal Groenlandse roeisters, de éénpersoons
kajak daarnaast en de walvisvaarder met de Deense
vlag. (De westkust van Groenland had toen al diverse
Deense nederzettingen.) Ten oosten van Groenland
kwamen de walvisvaarders de kajaks niet tegen omdat
daar de vangst in volle zee werd bedreven en niet onder
de kust. Claas Drijver voer in 1771 nog voor rederij Taan
op de 'Zaanstroom' naar Straat Davids en in 1773 op de
'Rust van Vaderlant' naar deze zeestraat. In januari 1775
kreeg de Helderse commandeur Jan Sijmonsz Walig,
oud 22 jaar, dus het commando over een nagelnieuwe
walvisvaarder 'Zaandam' van rederij Taan nadat hij in
1773 en 1774 op de 'Zaanstroom' van deze rederij, als
commandeur, had gevaren. Dit was de eerdere walvis
vaarder waarop Claas Drijver het commando voerde."
Tot zover Piet Dekker.
De genoemde Jan Sijmonsz Walig is de latere
burgemeester, maire in de Franse tijd, van Schagen.