W van Beierenstraat is aangelegd. Om vrij op de wind te staan,
zal de molen op enige afstand van de huizen aan de Molenstraat
hebben gestaan, naar schatting op de hoek van de Roosstraat.
Wanneer werd de molen gebouwd?
In 1544 wordt de molen voor de belasting getaxeerd; hij stond
er toen dus al; maar sinds wanneer is niet precies te achterhalen.
Het aantal geschreven bronnen waaruit de geschiedenis van
Schagen van voor het jaar 1500 is te reconstrueren, is klein.
Twee van de belangrijkste bronnen met betrekking tot Holland
en West-Friesland omstreeks 1500 zijn de Enqueste van 1494
en de Informacie van 1514. In beide jaren werd een onder
zoek gedaan naar de staat van de steden en dorpen in voren
genoemde gebieden. Aan enkele vooraanstaande bewoners
werd gevraagd naar het aantal woningen, de bedrijvigheid,
de oppervlakte van het land en de overheidsfinanciën. De
twee bronnen zijn door historici uitgebreid onderzocht en de
onderzoeksresultaten zijn in talloze publicaties gebruikt Over
deze bronnen en de informatie die hier uit gehaald kan worden,
is veel te vertellen, maar dat is een ander verhaal. We beperken
ons nu tot de molens en speciaal tot de windkorenmolens.
Het resultaat is echter pover. De geënquêteerde Schagenaars
meldden niets over molens of molenaars. De dichtstbijzijnde
korenmolen stond in Noord-Scharwoude, althans daar woonde
Eeuwenlang kende Schagen
uitsluitend dijkenwallenwerven en
dorpenmaar geen straten
een molenaar. Misschien lieten de Schagenaars daar hun graan
malen, tenslotte was deze plaats goed te bereiken over water.
Deze veronderstelling is echter zeer speculatief Het kan ook
zijn dat in Schagen het graan met de hand of in een rosmolen
werd gemalen.
De Schager windkorenmolen is dus gebouwd tussen 1514 en
1544. Dit was een periode waarin een grote activiteit op het
gebied van de molenbouwwerd ontplooid. Om de afwate
ringvan het gebied van de Schager- en Niedorperkoggen te
verbeteren, werden er gedurende deze periode wel negen
poldermolens gebouwd. Bij Schagen waren dit de Neskager-
molen, Snevertmolen, Hooglandse molen en in Barsingerhorn
de Kaagmolen. De andere vijf molens verrezen in de buurt van
Nieuwe Niedorp en Winkel. Voor de timmerlieden uit de om
geving waren deze bouwactiviteiten een prachtige gelegenheid
om vakkennis en ervaring op te doen in de bouw van windmo
lens. Van deze nieuw verworven kennis is door een ondernemer
gebruikgemaakt bij het bouwen van een korenmolen.
Driekwart eeuw heeft de molen voor de Schagenaars gemalen
tot er een concurrerende ondernemer kwam die aan de
Lagezijde van het Noord een korenmolen bouwde. Deze molen
kreeg de naam Noordermolen. De oude molen in de Molen
straat werd voortaan de Oostermolen genoemd. Het maalbe-
drijf was kennelijk zo lucratief dat er aan het begin van de 16de
eeuw nog een molen bij kwam op de hoek van de Menisweg
met de Loeterdijk. Dit werd de Westermolen.
De Gouden Eeuw was begonnen en Schagen profiteerde mee,
maar drie korenmolens was toch wat te veel voor Schagen.
De eigenaars van de Noorder- en Westermolen wilden van de
Detail van de kaart van Schagen uit 'Toneel der Steden van Holland, Westvriesland en Utrecht' van Joan Blaeu die
in 1652 in Amsterdam verscheen. De Oostermolen aan het eind van de Molenstraat was toen al 24 jaar verdwenen.
6