Je kunt hem een echte Schager commandeur noemen, ook al
woont hij de laatste jaren in de Zijpe, waar zijn overlijden wordt
aangegeven op 6 november 1768. (Dekker 1991)
7. Jan Cornelisz Strop
Jan Strop is commandeur vanaf 1733 tot 1767.
In de Maandelijkse Mercurius, een midden 18de-eeuws
maandblad, is in 1759 gepubliceerd de Naamlijst van de Hol
landse Groendlandsche Scheepen in de Havens deezer Landen
ingekomen'. Daarin vinden: Joannes van Waijenburg, de Zoete
Naam, Jan Strop, aantal vissen 6, gebl. En dat betekent dat de
commandeur was overleden of dat het schip verloren is gegaan,
het laatste moet het geval zijn geweest om de eenvoudige reden
dat Jan Strop doorgaat met varen en vangen.
Het meest waarschijnlijk is - gezien het hierna aan te halen be
richt uit de Maandelijkse Nederlandse Mercurius, dat het schip
in het ijs is achtergelaten en het jaar daarop in een zodanige staat
is aangetroffen, dat het weer gebruikt kon worden.
Het gaat om het volgende bericht uit de Maandelijkse Neder
landse Mercurius van 1767. In dat nummer wordt vermeld dat
makelaars schepen hebben geveild, waaronder een 'fluitschip,
een extraordinary welbezeijlt, genaamd de Soete Naam, gevoert
bij commandeur Jan Strop, in 'tjaar 1754 N.U. (nieuw uitge
reed, wat wil zeggen gebouwd en van stapel gelopen), L. 100
voet. Alles Amsterdammer voeten, f 16.000,-, in slag f 1000,-.
G. Clifford (kennelijk de koper)'. Het moet om hetzelfde schip
gaan, althans dat wordt gesuggereerd. Meer voor de hand ligt
dat er na het vergaan van de 'Soete Naam' in 1759, een nieuw
schip is gebouwd dat dezelfde naam kreeg, welk schip dan in
1767 wordt verkocht.
Hoe het ook zij, in Schagen vinden we Jan Strop, commandeur
op Groenland, op 10 februari 1754 als koper van een bierstal
op de Bierkade, de verkoper is Jacob Hendriksz Keesom. Zijn
zoon Dirk verkoopt die bierstal weer op 29 december 1757, als
gemagtigde van sijn vader Jan Strop, mede alhier woonagtig,
dogh sijnde thans in de stadt Amsterdam.' (RAA, Oud Archief
Schagen, inv. nr. 5904, blz. 130).
Hieruit blijkt dat Strop senior op dat moment in Schagen
woont, maar zich in Amsterdam bevindt, waarschijnlijk in ver
band met zijn volgende afvaart naar de Noordelijke IJszee.
Jan Strop (hij is oud-katholiek) gaat op 5 februari 1729 in Den
Helder in ondertrouw (impost f 6:~) en trouwt voor de kerk
met Martie Ariens (Maartje) Groot, zij is katholiek gedoopt op
16 november 1708 in Den Helder, als dochter van Arienjanse
(Aarjen) Grooffj voerman, en Martie Pieters Rijkes.
Uit dit huwelijk worden geboren Cornelisjansz (gedoopt 14
juni 1731rooms-katholiek, in 't Zand), Dirk Jansz (gedoopt 16
augustus 1734, rooms-katholiek, in 't Zand) en Adrianus Jansz
(rooms-katholiek gedoopt in 't Zand en 10 dagen later over
leden en begraven in Den Helder). Alle drie de zoons worden
geboren in Den Helder.
Cornelisjansz en Dirk Jansz, beiden al jong in Schagen woon
achtig, trouwen daar, Cornelis met Evertje Evers Baas en Dirk
met haar zus, Neeltje Evers Baas.
Hun moeder sterft in 1741, haar begrafenis heeftplaats op
18 april van dat jaar (impost f3:-).
Jan Cornelisz Strop hertrouwt in Schagen met Antje Jans
Timmerman, de ondertrouw en aankondiging hebben plaats op
31 augustus 1743, het huwelijk wordt gesloten op 15 septem
ber 1743 en het gezin gaat daar dan ook wonen. Uit dit huwelijk
worden geen kinderen geboren.
Op 23 oktober 1787 doet Willem Dudij aangifte van het overlij
den van Antje Timmerman, weduwe wijlen Jan Strop, impost
f 30,-. Dat laatste wijst erop dat de familie inmiddels zeer
bemiddeld was geraakt.
Op 27 september 1780 is er door Pieter Westing aangifte ge
daan van het overlijden van Jan Strop, impost eveneens f 30,-.
Er worden na 1743, het jaar van hun trouwen, zoals gezegd geen
kinderen aangegeven, noch in het gereformeerde doopboek,
noch in het katholieke doopboek.
Wel is Antje Jans meter bij de doop van de kleinkinderen van
Jan Strop uit zijn eerste huwelijk, de kinderen van Crelis/
Cornelis en Dirk Strop.
Literatuur
1J. Bregman, Schagen door de eeuwen heen, (Den Helder,
1965)
2. P. Dekker, De laatste bloeiperiode van de Nederlandse arctische
walvis- en robbenvangst 1761 - 1775, Zaltbommel, 1971
3. P. Dekker, Oude boerderijen en buitenverblijven langs de Zijper
Grotesloot, delen 1, 2a en 2b, Schoorl, 1986, 1991
4. P. Dekker, Een 'gulden snede' door het Zijper geslacht
Blaauboer met de verwante families Jimmink, Veuger en Lanser,
Schoorl 2004
5. P. Dekker, De walvisvaarders uit noordelijk Noord-Holland van
1770 - 1803, West-Frieslands Oud Nieuw, 40e bundel, 1973
(blzz 29 - 90)
6. P. Dekker, De Helderse en Huisduiner bevelhebbers ter wal
visvaart in de 18e eeuw, West-Frieslands Oud Nieuw, 41e
bundel, 1974 (blzz 129 - 165)
7. P. Dekker, De financiële toestand van de bewoners langs het
Marsdiep gedurende de tweede helft van de 18e eeuw, West-
Friesland Oud Nieuw, 48e bundel, 1981 (blzz 145 - 175)
8. J.R. Leinenga, Arctische walvisvangst in de achttiende eeuw,
Groningen/Amsterdam 1958
9. G. van Santé, Alphabetlsche Naam-Lijst van alle de Groenland-
sche en Straat-Davissche Commandeurs, Haarlem 1770
10. Databases van Vos en Poortvliet Schoorl-Den Helder-Alkmaar,
2008
11Dtb's Den Helder, Schagen en Zijpe, Regionaal Archief Alkmaar
12. Oud Archief Schagen, transportaktes, inventarisnummers 5885
tot en met 5914, Regionaal Archief Alkmaar