Om te laten zien dat het niet elke reis prijs is, het volgende. Er
is van vele commandeurs bewaard gebleven wat ze in de jaren
dat ze naar Groenland of Straat Davis voeren, hebben gevangen.
Voor Garmet Adriaansz Roos ziet dat er zo uit:
1721 gevangen
1722 gevangen 5 walvissen, opleverend 225 vaten spek
1723 gevangen 0
1724 gevangen 0
1725 gevangen 1 walvis, opleverend 30 vaten spek
1726 gevangen 0
1727 gevangen 4 walvissen, opleverend 110 vaten spek
1728 gevangen 0
1729 gevangen xh walvis, opleverend 24 vaten spek (er konden
zich omstandigheden voordoen waarin twee of zelfs drie com
mandeurs 1 vis gezamenlijk vingen en dan dus samsam deden,
of de vangst door drie deelden).
Uit dit lijstje mag blijken dat het niet elk jaar botertje tot de
boom was. Niks vangen betekende voor de commandeur en
zijn 'officieren' geen cent vangen, de overige bemanning ging
mee voor een vaste gage.
5. Simon Lourens Quast
Hij vaart gedurende vele jaren als commandeur, te weten tussen
1714 en 1745, voor vader en zoon de Peirou, eerst voor vader
Joan/Jean du Peirou en vervolgens vele jaren voor diens zoon,
Jacobus du Peirou.
Jacobus du Peyrou leefde van 1692 tot 1756, geboren 24 augus
tus 1692, overleden 25 maart 1756 in Velzen. Zijn vader was
Jean du Peyrou, zijn moeder Anna Maria Villepontoux.
Jacobus de Peyrou Jansz. was kolonel van de schutterij van
Amsterdam, directeur/reder van de Levantse handel en direc
teur/ reder van de Groenlandse visserij.
Van 1730 tot zijn dood was hij heer van Limmen, dat hij kocht
van de Staten van Holland voor f 13.400.
De familie Peyrou had banden met Suriname, waar ze o.a. een
plantage, 'Picardie' geheten, bezaten.
Simon Lourens Quast woont in Den Helder en vaart vanuit
Amsterdam, eerst op het schip 'de Hoop' (in 1714 en 1715),
daarna met een enkele onderbreking op het schip 'de Jonge
Jacobus'.Joan du Peirou is dan de directeur/reder.
In de periode 1718 - 1725 vaart hij voor Jacobus du Peirou, op
de schepen 'de Jonge Jacobus' (1718 - 1725) en in 1730 op 'de
Koning David'.
In 1731 tot en met 1735 is hij weer commandeur op 'de Jonge
Jacobus', in 1736 op de 'Vrouw Maria Catharina', en van 1737
tot 1741 opnieuw op'de Jonge Jacobus. In 1742 vaart hij voor
de tweede maal op de 'Vrouw Maria Catharina' en van 1743
tot 1745 nogmaals op de 'de Jonge Jacobus'. Het laatste gegeven
stamt uit het jaar 1749, ook in dat jaar vaart hij vanuit Amster
dam voor Jacobus de Peijrou en vangt 1 lA walvis goed voor 50
2/3 vaten spek.
Quast is dus minstens 35 jaar zowel commandeur op Groen
land, als op Straat Davis, maar vaart voornamelijk naar deze
zeestraat. Die ligt tussen Groenland en Canada in. De man
Bij de personele quotisatie van 1742
wordt op Texel een Zijmon Quast
aangeslagendie daar boer is en schipper
moet een ongelooflijke ervaring hebben gehad en opgebouwd
in die 31 jaar. Bovendien moet de directeur/rederij een groot
vertrouwen in hem hebben gehad, omdat hij al die tijd voor die
zelfde directeur/rederij heeft gevaren. En dat gebeurt echt niet
als hij er niks van bakt.
Waarschijnlijk was Quast van rooms-katholieken huize. In
ieder geval zijn de leden van de familie Quast die we in Schagen
aantreffen, rooms-katholiek. Ook in Barsingerhorn vinden we
veel leden van de familie Quast in die periode.
In 1733 blijkt er ene Sijmon Quast op Texel te wonen als burge
meester van Oosterend.
Bij de personele quotisatie van 1742 wordt op Texel een
Zijmon Quast aangeslagen, die daar boer is en schipper (het
huis telt 7 personen, een stel, een miskar tot zijn werk, en hij
wordt getaxeerd op 8,~). Dit zou 'onze' Simon Quast kunnen
zijn, die derhalve dan ook op Texel heeft gewoond.
Of Simon Lourens Quast in Schagen domicilie heeft gehad,
komt niet uit de doop-, trouw- en begrafenisboeken te voor
schijn. In ieder geval staat hij in andere archieven te boek als
komende uit Schagen.
Wel staat vast dat Simon Lourens Quast jonggesel van den
Helder (in ondertrouw gaat) metMaartjeJans, jongedogtervan
Schagen, wonende op de Schoten voor de bruijt present Cor
nells Jansz Backer haar gemagtigde, pro deo, datum 24 januari
1711En daarmee is tenminste een relatie met Schagen gelegd.
Aangezien het rooms-katholieke doopregister van Schagen
begint 28 september 1729 is niet te controleren of Maartjejans
ook in Schagen is geboren. Haar naam is te algemeen voorko
mend, ze kan niet op een andere wijze worden gevonden.
6. Lourens Sijmonsz. Quast
Lourens Quast wordt oud-katholiek gedoopt op 15 juli 1712 in
Den Helder als zoon van Sijmon Quast. Hij trouwt op of gaat
in ondertrouw op 5 november 1735 met Anne Jans Spierdijk
(op 4 september 1714 oud-katholiek gedoopt in Den Helder).
In 1741 verhuizen ze naar een huis op de Loet in Schagen
(Dekker 2004), waar zijn kinderen worden gedoopt tusen 1743
tot 1751. Die kinderen zijn Neeltje (1743), Guertje (1745),
Guertje (1746), Marijtje (1749) en Simon 1751), vernoemd
naar zijn grootvader.
Hij vaart voor het eerst als commandeur uit in 1734. Op die
reis heeft hij geen geluk, zijn schip, de Windhond, vergaat. Het
jaar daarop raakt hij zijn schip kwijt. Wel wordt hij zoals dat
heet 'geborgen' en dat wil zeggen dat ook zijn vissen als vaten
spek mee thuis komen. In de jaren daarna gaat het hem meer
voor de wind.
Hij vaart als commandeur op Groenland tussen 1734enl758.