Dijkwerkers,
migranten en
handelaren
burgemeester is geweest.
Mogelijk levert de schoonzoon van deze
Jan Lourensz een glimp van de waarheid
op. Die Schoonzoon is
Jan Pietersz. Hoochtwoud
(of Hoochwoud, Hoochtwoudt,
Hoogwoud)
Waar deze Jan Pietersz Hoochtwoud is
geboren, is nog niet duidelijk.
Hij is op een gegeven moment in Schagen
blijkens een akte in de transportregisters
(Oud Archief Schagen, inv. nr. 5887, blz.
136:
Cornelis Eelisz Noort wonende opten Slaper
oerkoopt aan Jan Pietersz Hoochtwoudt een
stukcjroedland; Hoochtwoudtsteltalsspeciale
hijpoteecke 'omtrint vijftalffgarsgroetlants
mede legende binnen Scatjen in Nescaech bij
Labberens belent met Dirck Pieter Dircx aende
westen ende Garbrant Duijn aende oosten
(Actum 26-02-1590)
Ook het Verpondingsregister van 1595
(blz. 9), vermeldt hem, hij woont dan op
de Noortsijde Hemckewerff.
Hij is een aantal keren schepen van
Schagen, in elk geval in 1594 en 1598 en
burgemeester in 1597,1598 en 1600.
Hij trouwt met Willemtjen Jans, dochter
van Jan Lourensz. uit Schagen. Bij haar
krijgt hij zeker één kind, een zoon, Pieter
Jansz Hoochtwoud geheten.
Hij verhuist naar Alkmaar waar hij in juni
1600 als poorter wordt ingeschreven.
Hij maakt samen met zijn vrouw een tes
tament bij notaris Huijbertjacobsz. van
der Lijn in Alkmaar, welk testament
gedateerd is 20 februari 1603 (zie
Dekker).
Na het overlijden van zijn vrouw, her
trouwt hij op 15 januari 1606 met
Hillegondt van Foreest.
Een aantal keren is hij ook in Alkmaar
schepen (1612,1613), en maakt hij deel
uit van de vroedschap (1618).
Hij overlijdt in 1619 of 1620.
Hij was betrokken bij bedijkingen in
Oost-Friesland, getuige het vele dat
Dekker daarover in zijn nieuwste boek
vertelt. Of de relatie schoonzoon -
schoonvader ook inhoudt dat Jan
Lourensz de in het boek van Dekker
genoemde dijker uit Schagen (eventueel
eveneens een
der burge
meesters van
Schagen)
blijkt niet uit
de gegevens,
maar is ook
weer niet
onwaarschijn
lijk.
Pieter Jansz tot
Hoochtwoude,
die wordt
genoemd in de
onderstaande
transportakte
(Oud Archief
Schagen, inv.
nr. 5887, blz.
90), lijkt de
vader te zijn van Jan Pietersz
Hoochtwoude. Mocht dat zo zijn,
dan blijkt dat al in maart 1589 de
Hoochtwoudes contacten hadden met
Schagen op het niveau van burgemeester
en schepenen. Het lijkt zelfs niet onwaar
schijnlijk dat Pieter Jansz tot
Hoochtwoude was gehuwd met Aeff
Willemsdr., een zuster van Gerrijt
Willemsz, die blijkens zijn oud burge
meesterschap was overleden of verhuisd,
of ongeschikt geraakt om een of andere
reden. FrerickRembrantsz, de weduwe
van Maritgen Lubbertsdr., kreeg geld van
familieleden in het kader van de afhande
ling van de erfenis van zijn vrouw.
Waar deze Pieter Jansz op het moment
van het schrijven van de akte woont, is
niet duidelijk. Hij kan nog in Hoogwoud
hebben gewoond, maar voor hetzelfde
geld woont hij al in Schagen.
Het begin van deze akte luidt:
"Wij Hendrick Martsz endejan Claesz
Bombaerts Scepenen in Scapen oirconden ende
kennen eenen ije^elijcken dat uoor onsgeco m-
pareert ende pecomen is Frerick Rembrantsz
jegenuioordich weesmeester binnen Scapen ende
bekende voor hem ende zijnen erven ten nollen
uoldaen ende welbetaelt te zijn uuijt handen
P. Dekker
Volgens P. Dekker
waren er Schager
burgemeester
betrokken bij
ontginningen in
Sleeswijk-Holstein.
20