De dorskast
Uit de collectie van
Museumboerderij
Vreeburg
vandaar de
de woorden
die richting
>g; het duurt
1 dit gebied
een om
andere dor-
an, langs en
1
fhet eerste
ditgebie-
n kunnen
'aarop dat
ichijnlijk dat
er - ofmoe-
iroken men-
llel loopt
in het
tchten de
:cies is
i terhalen,
:henkingen
er namen
nd dat was
dat we
:henkings-
periode
agan en
jen achter
ing, het
overeen met
edaan dat
ten. Zijns
die van de
igelse 'scea-
'Schache'.
wildernis
out. Dat is
e kan vereni-
ap zoals het
it deze ver
ingen van
ingendieer
n
Voor het dorsen van het graan is eeuwen
lang de dorsvlegel gebruikt. De vlegel,
gemaakt uit een eiken- of lindeboompje,
bestond uit een stok van 1,5 meter met
bovenaan een kap met ijzeren oog. Door
middel van een stukje palingvel of leer
was een ronde beukenhouten knuppel
van 60 centimeter aan de stok verbonden.
Hiermee werden op de dars of deel de
graankorrels uit de aren of halmen gesla
gen, waarna in een wan het kaf van het
koren kon worden gescheiden.
Het dorsen met de hand werd door
mechanisatie vervangen door de dors
kast. Begin 1800 werden in de Verenigde
Staten en Engeland de eerste dorsmachi
nes uitgevonden. Omstreeks 1900 waren
in Nederland 266 stoomdorsmachines
(een dorskast aangedreven door een
stoomlocomobiel) in gebruik. De scho
ven met volle aren werden van bovenaf in
de dorskast gestoken, vielen op een rond
draaiende cilinder of kegel met ribbels
"het ronsel", die de korrels uit de aren
drukte. Hierna kwamen de korrels over
diverse zeven en via de "Jakobsladder" in
de wan, waar zij door schudden en door
"waaiers" ingeblazen lucht van het kaf en
andere ongerechtigheden werden ont
daan. Vervolgens vielen de korrels, naar
grootte gesorteerd in vier zakken die
onderaan de kast hingen. Een vijfde zak
was voor het kaf en verder afval. De volle
zakken met graan gingen naar de mole
naar die er meel van maalde voor de
broodbakker.
De lege aren of gedorste halmen waren
nu stro geworden en werden via de
"schudders" getransporteerd naar een
aangekoppelde draadbalenpers. Deze
stampte door middel van zijn vierkanten
"paardenkop" het stro in elkaar. Was er
genoeg stro voor een baal geperst dan
sloeg de pers automatisch af. Men stak
dan zo vlug als mogelijk de "naald", ver
volgens deed men rond de baal een touw
met een van te voren gemaakte lus, later
een metalen draad en knoopte de uitein
den aan elkaar. Zo werd een rechthoekige
baal stro met 2 metaaldraden samenge
bonden. Door aan een hendel te trekken
kwam de transportband
weer op gang. Stro werd
gebruikt in de stal, voor in
de bedstee of later voor
matrasvulling. De dors
kast, met circa acht man
aan personeel, werd later
weer vervangen door de
graancombine, een machine die maait en
tevens dorst.
De Schagenaar Piet Schaatsenberg bouw
de in 5 jaar (9100 werkuren) een minia
tuurmodel (schaal 1:4) van een Engelse
Ransomes dorskast uit 1916 met een
daarbij behorende Vima draadbalenpers
uit 1929. Het geheel wordt via lange leren
aandrijfriemen aangedreven door een
locomobiel uit 1906. Deze locomobiel
wordt met kolen gestookt. Het vuur gaat
door 39 vlampijpen met daaromheen 20
liter water, het water wordt heet en er
ontwikkeld zich stoom. In de stoomketel
ontstaat genoeg compressie om beurte
lings twee cilinders aan te drijven waar
door men een draaiende beweging krijgt.
Het museum is blij dat wij deze graan
dorscombinatie in bruikleen hebben
gekregen. Op de West-Friese
Donderdagen beleven zowel bezoekers
als vrijwilligers veel plezier aan deze, dan
in vol bedrijf draaiende, dorskast.
Gerard Koel