er aan
Wim
eelzijdige
k denk aan
school. Wat
maar Pim
anwezig.
ijzer, die
an het eind
ninuutof
van de mid-
enaal. Als je
ing, kon die
en. Je wilde
am je op de
ns op het
nde Pim
fS. ro0"",n
e bijna
>taal
Het team van de
Aloysiusschool in
1935, v.l.n.r.
Annie König, Henk
Schneider, Johan
Settels, Carel Beke en
To van Benthem.
Bij het lezen van dit artikel dacht ik: "Wat
een geluksvogels waren die kinderen van
de Aloysiusschool, die tussen 1933 en
1944 het voorrecht hadden 'the master-
himself als meester te hebben."
Naar Schagen
Carel Beke werd 29 september 1913 in
Alkmaar geboren. Na het behalen van de
onderwijsakte aan de Kweekschool in
Beverwijk werd hij op 24 augustus 1933
tot onderwijzer benoemd aan de
Aloysiusschool, waar mijn vader indertijd
al negen jaar hoofd was. Toen Carel voor
't eerst de school betrad zei juffrouw Dito
tegen mijn vader: "Hadden ze niet anders
dan die bleekscheet?" De benoeming van
die bleekscheet bleek echter een schot in
de roos. De nieuwe meester had een
tomeloze energie, was welbespraakt,
sportief, muzikaal en hield moeiteloos
orde in de klas, eigenschappen waar veel
collega's nu nogjaloers op zouden zijn.
Die orde bereikte hij door gebruik te
maken van zijn boeiende vertelkunst en
grenzeloze fantasie, 's Morgens schreef
hij het getal 10 of 15 op het borddat was
de verteltijd voor die dag. Wanneer
iemand zat te klieren kwam de borstel te
voorschijn en werd dat getal verlaagd.
Wanneer het getal te laag werd naar de
zin van de klas dan werd de lastpost door
zijn klasgenoten op zijn donder gegeven
en te verstaan gegeven voortaan zijn
smte houden. Zijn orde en gezag
waren zo groot, dat meester Beke gerui
me tijd de klas alleen kon laten!
■Q