Ome Gert Pater
Moeder schonk koffie
in voor vader, en
chocolademelk voor
derakkers. "Nou,"zei
vader Schouten, en
hij deed nog steeds
alsof hij boos was,
"laat Ome Gert het
maar niet horen, dat
je Schagen een saai
dorp noemt."
Ome Gert! Dat was
de bode van het
Gemeentehuis;dat
was om zo te zeggen
de ziel van alle
feestelijkheden, die
er maar in Schagen
konden voorkomen.
Jan wilde iets zeggen,
maar vader was hem
vóór.
"Onthoud nu eens
goed, voor eeuwig en
nog langer: Schagen
is een stad.
Uit: De vrolijke
rakkers, Veldboeket-
serie deel 5 pag. 62.
Tekening door
Ben Horsthuis
Voor de lagere school schreef hij de
13-deIige Veldboeketserie. Een van de
boeltjes heet"De vrolijke rakkers". Het
verhaal speelt zich afin Schagen.
De 'rakkers' zijn verzonnen, behalve de
figuur van 'Ome Gert'. Voor deze per
soon stond Gert Pater, de man die de
aanzet tot de folkloristische markten
heeft gegeven, model.
Een ander boeltje uit deze serie heet "De
Zevenster". Hierin treden Carel Bekes
eigen zeven kinderen op. Het verhaal
speelt zich af op Texel, gedeeltelijk in de
drukkerij van oom Jan (Brügemann)
Nog enkel titels uit deze serie: De held
van de hoge Toren, Windkracht 11,
Kaspar de Zwarte Koning.
Tot ver in de tweede helft van de vorige
eeuw werden de boeltjes op de
Aloysiusschool gelezen, eerst klassikaal,
later in groepjes.
In 1997 vroeg ik in een brief aan meester
Carel of hij een stukje wilde schrijven
voor het reünieboekje dat in 1998 zou ver
schijnen ter gelegenheid van het 75-jarig
bestaan van de Aloysiusschool en of hij
in eigen persoon de reünie zou willen bij
wonen. De tekst voor het reünieboekje
kwam al heel snel. 't Tweede verzoek
kostte hem meer moeite.
Op de dag van de reünie stonden 's mor
gens zijn dochters Ellie en Mia voor de
deur in Arnhem en onder mild protest
brachten ze hem naar Schagen. Het werd
de dag van zijn leven!! In lange rijen ston
den oud-leerlingen geduldig te wachten
om meester de hand te drukken en herin
neringen op te halen. Hij kende nog veel
namen en was niet weg te branden. Zijn
hart bloeide weer open.
Sinds die tijd heb ik meester Beke ieder
jaar bezocht. Welke onderwerpen er ook
ter tafel kwamen, Schagen kwam steeds
ter sprake. Hij schreef in het reünieboek
je: "Die elfjaar in Schagen, die hebben
mij geleerd hoe kinderen zijn. Ik hield
van jullie, oude grijskoppen."
Na het overlijden van Carel Beke werd in
meer dan 25 dagbladen in heel
Nederland uitgebreid aandacht besteed
aan de betekenis die hij als schrijver van
boeken en artikelen heeft betekend.
Dat Schagen voor hem alles heeft bete
kend blijkt uit het slot van zijn brief uit
1998: "Met de 11 jaren Schagen heb ik binding;
die 55 jaren daarna in Arnhem zeggen mij
niets, nul komma nul, geen steek, vreemd hè?
Het is nu eenmaal zo."
Voor ons Aloysius oud-leerlingen blijft
hij de onvergetelijke Meester Beke.
PS. Wat zou het mooi zijn, als naar Carel Beke
een straat of plein vernoemd zou ivorden.
14