De Legende van de Gouden Rozenkrans door de Schager Krekeltjes fa ScM- v ...u sem frjL J h^b Zondagavond werd in het patronaat door de Schager Krekeltjes de eerste uitvoering gegeven van het Mariaspel 'De legende van den Gouden Rozenkrans'. De heer Beke, die dit mooi, maar moeilijk spel met ongeveer 70 kinderen heeft doorgestudeerd, sprak een woord van welkom, in het bijzonder tot den Hoogeerw. Heer Deken, waarna direct begonnen werd. 'De legende van den Gouden Rozenkrans', die ons deed denken aan de Vlaamsche Marialegende 'De schamele straatzanger', werd door het kinderkoor met echt kinderlijk gevoel gespeeld. Het spel wordt gespeeld in een bosch, waar een groot beeld van O. L. Vrouw in een nis prijkt met een gouden rozenkrans in de banden. Op deze plaats komen de dorpskinderen spelen en bidden daar hun rozenhoedje. Pietje van den molenaar komt daar ook veel spelen, maar wordt door zijn vriendjes verstooten, omdat hij alles vergeet, maar.... nooit vergeet hij zijn gebed voor het Mariabeeld. De oorlog breekt uit en ook Pietje zijn vader moet weg; na enkele dagen komt bericht, dat vader's schoenen stuk zijn, waarna Pietje besluit hem zijn laarzen te brengen; bij het Mariabeeld gekomen bemerkt hij, dat zijn rozenkrans nog thuis ligt; hij bidt drie Weesgegroetjes tot de Koningin, van den vrede en het Mariabeeld geeft hem den gouden rozen krans. Als Pietje na vele dagen terugkomt, wordt hij door de dorpskinderen gevangen genomen, omdat zij denken, dat Pietje den rozenkrans gestolen heeft. De jongens leggen den rozenkrans om de handen van Maria, doch telkens viel hij op den grond. Pietje wordt nu uit zijn gevangenschap bevrijd en moet zélf den rozenkrans aan Maria geven; hij knielt, bidt drie Wees Gegroetjes en de handen van het beeld ontvouwen zich en nemen den rozenkrans van Pietje weer in ontvangst. Van dit mooie spel hebben velen met ontroering genoten. De Hoogeerw. Heer Deken sprak de kinderen vol lof toe en in het bijzonder een woord van hulde aan den heer Beke, die tijd noch moeite gespaard heeft om deze uitvoering tot. een groot succes te maken. En wij moeten er aan toevoegen, dat hij hierin bijzonder is geslaagd. Uit: N.H. Dagblad 5 juni 1940 van het schoolfeestcomité over van de heer Bolte. Nauwgezet noteerde hij in 193 6 de verdeling van de straten waar de commissieleden meteen intekenlijst langs de deuren moesten gaan om geld in te zamelen ten bate van het jaarlijkse schoolfeest. Voor de Aloysiusschool schreef hij twee feestliederen: "Kom jongens uit de veren" en "Jongen blij" welke laatste tot ver in de vorige eeuw gezongen werd: "Jong en blij gaan wij frank en vrij er van daag weer eens fijn vandoor. Zonder lied echter gaat het niet, zingt dus allen mee in koor. etc." Geen wonder dat in 1944 toen meester Beke zijn vertrek uit Schagen aankondig de - hij had ondertussen ook nog eens de aktes Frans en Duits gehaald - deken Kuys boos tegen hem uitviel: "Wat maak je me nou, we kunnen je niet missen!!" Zijn antwoord was: "Mijnheer Deken, ik wil graag een plakje kaas op mijn boter ham." Met dat ik bedoelde hij zijn gezin, dat toen vier kinderen telde. In 1936 was hij getrouwd met zijn grote liefde Mia Brügemann. Het gezin woonde toen aan de Nieuwe Laagzijde, naast de groente winkel van Cees Jong, nu restaurant TOV. Daarna verhuisde het gezin Beke naar de Landbouwstraat C189. Dit huis werd in jx,. UtU* dele r gest Beke notuleerde zorgvuldig het in 1936 afgesproken collecteschema. 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2008 | | pagina 12