Niekie Niemand
Het verhaal van
Niekie Niemand
ontstond tijdens het
wachten op de trein.
Op taalgebied was Carel Beke heel voor
uitstrevend. De moeilijke, vaak saaie taal
oefeningen werden afgewisseld met
dictees. Saai? Welnee! Het dictee bestond
uit een vervolgverhaal met de titel: Ula
Dopa, Janus Knopa. Wat betekende: Ik
heet Janus Knoop.
Alle moeilijke (werk)woorden van die
week werden in het dictee verwerkt. Een
geniaal pedagogisch-didactisch idee.
Dorus en de zeven Jannen
Een ander nog spannender verhaal was:
"Dorus en de zeven Jannen".
Het gaat over Dorus, een gepensioneerd
generaal, die door de koning wordt ont
slagen en als cadeau voor onderweg een
doosje meekrijgt dat hij pas na enige tijd
mag openen. De spanning van wat zich
in het doosje bevond werd in verschillen
de vertelbeurten opgevoerd en tot schrik
en/of verbijstering van de klas blijkt er
slechts een dubbeltje in te zitten. Maar
het geluk is aan zijn kant. Vervolgens
ontmoet Dorus zeven Jannen die met
hem optrekken en avonturen beleven.
Jan Kracht: Dorus aandacht wordt
getrokken door een enorm lawaai uit een
bos. Daar blijkt een sterke man met zijn
blote handen eikenbomen van een meter
dikte uit de grond te rukken.
Jan Pijp: als deze zijn pijpje opsteekt kan
hij de temperatuur laten oplopen tot je er
bij neervalt. Zelfs goud kan hij doen
smelten. Als hij maar flink aan zijn pijp
lurkt.
Jan Vries: zelfs midden in de zomer kan
hij het water laten bevriezen. Hoe schever
z'n hoedje, des te lager de temperatuur.
Jan de Wind: hem ontmoeten de vrienden
bij windstil weer, terwijl hij door een
neusgat blazend een molen kan laten
draaien. Bergje maar, als hij door beide
neusgaten of (nog erger) met bolle wan
gen te keer gaat!
Jan de Tippelaar: hij heefteen houten
poot met een wieltje. Als hij aan dat wiel
tje draait kan geen hardloper van hem
winnen.
Jan de Mikkerd: schiet een vlieg op het
puntje van de toren zijn linker oog uit.
Jan de Tovenaar: draagt een gouden ring
waaraan zeven wensen verbonden zijn.
Bovendien.... als hij aan zijn ring draait,
wordt hij onzichtbaar en ook diegenen
die hem een hand geven. Samen doen ze
veel goeds en zijn ze onoverwinnelijk,
zelfs tegen acht legers uit reuzenland.
Meester Beke deelde zijn verhaal zo in,
dat de laatste week van het schooljaar tot
ieders verdriet de Jannen stierven.
Schooljaar afgelopen, verhaal uit!
Op mijn vraag waarom dit mooie verhaal
nooit was uitgegeven, zei hij dat het niet
origineel genoeg vond. Hij had namelijk
een dergelijk verhaal, dat slechts een
pagina lang was, in het Duits gelezen.
Genoeg stof voor meester Beke om een
jaar lang adembenemend te vertellen!
Als jonge meester ging hij vaak op de
fiets van Heiloo - waar zijn ouders woon
den - naar Schagen. Zelfs in het weekend
ging hij naar Schagen om zijn grote liefde
Mia Brügemann een zoentje te komen
brengen. Eenmaal had hij de tocht vol
bracht zich vasthoudend aan een vracht
wagen!
Hij ging in de kost bij de familie Boeije-
Vele ouderen, 70- en 80-jarigen, kunnen
zich nog Niekie Niemand herinneren.
Het verhaal ontstond in 1939 in de wacht
kamer van het station in Schagen, waar
meester Beke stond te wachten op de
laatste trein. Het verhaal
ging als volgt:
Niekie Niemand treft in
het bos kabouter
Langhaard, wiens muts
met pluimpje is gestolen
en daarom niet meer in
kabouterland mag
terugkeren. Met behulp
van Sandri, die hittebe
stendig was, Wouter de
dromer en Oscar de
sprookjesliefhebber
weten ze na veel avontu
ren het mutsje te pak
ken.
Carel Beke maakte er
een boek van dat in 1947
werd uitgegeven.
10