Toverlicht op de Gracht
Voordracht door
Peter Zethoven
tijdens de
ledenvergadering
2007
Cornelis Nicolaas
Vlaming.
In het boekje 'Bouwhistorie van Schagen'
van de in de zomer 1976 ontstane werk
groep 'Oude kern' staat de neerslag van
een inventarisatie van architectuur-histo
risch waardevolle panden door de
Schager kunsthistoricus drs. K. Kuipers.
Hierin wordt uitvoerig ingegaan op het
werk van aannemer/architect Joseph
Regnerus Vlaming. Zijn vader kwam uit
Medemblik, waar meer van zijn
familieleden na de eerste
wereldoorlog in de architec
tuur belandden. Als aanne
mer had hij zijn eerste
naam Jozef mee, en als
architect Regnerus, wat
heerser betekent, het is
moeilijk wat van de per
soon Vlaming boven water
te krijgen.
Zijn huidige naamgenoten
hebben zich afgekeerd van de
ruimtelijke vormgeving in steen
beton en hout. Een Vlaming uit
Zwaagdijk: "Natuurlijk, wij Vlamingen
maken altijd mooie dingen, maar niet
meer in steen maar in staal, er moeten
ook wielen onder kunnen. Er moet nog
ergens een architect wonen in
Medemblik" (die blijkt -als het de juiste
persoon was eigenlijk overleden).
Vlaming woonde niet ver van de Schager
Courant op de plek waar nu Arjo Rozing
zijn herenmodezaak heeft.
Hij geldt nog steeds als een van
de belangrijkste bouwmeesters van
Schagen
Enkele voorbeelden: Het gaat daarbij om
Laan 23 (1907), het fraaiste voorbeeld van
Nederlandse Jugendstil in Schagen. Het
witte pand met het Oosterse torentje en
de a-symetrische ingangspartij van
natuursteen. Het a-symmmetrisch bou
wen van de Jugendstil is het zich duidelijk
afzetten tegen de neo-renaissance. Ook
van Vlaming is Gedempte Gracht 30,
gebouwd in 1908 met ronde vormen in de
pui en tegeltableau's in de top. Hier vin
den we ook de Hollandse Jugendstil-ver-
sie terug en Landbouwstraat 18 uit 1913
waar ook het eerste Theater Royal in was
gevestigd werd eveneens ontworpen door
de Schager architect J.R. Vlaming.
Belangrijkste vertegenwoordigers van de
Amsterdamse school waren de architec
ten Michel de Klerk en P.L. Kramer. Van
deze stroming zien we ook veel in
Schagen terug, Hofstraat Laanplein, het
oude pand van Middelbeek aan de Loet
en ook de Magnusbuurt ademen deze
sfeer. Opvallend voorbeeld van de
Amsterdamse School is Loet 53, ook een
schepping van Vlaming uit 1925, het jaar
waarin de officiële bloei van de
Amsterdamse School ophoudt. Een bloei
die begon rond 1917. Oorzaken: de wijze
van bouwen was nogal kostbaar (denk
eraan dat het volop crisis was of althans
de eerste tekenen zich daarvan aandien
den.
Ook was er flink wat kritiek van anders
denkende architecten. Hoofdbezwaar
was dat men vond dat de Amsterdamse
School veel te esthetisch bouwde. De
vorm ging vóór de functie. Het eigenlijke
bouwdoel, ruimte scheppen voor fabriek,
kantoor of woning kwam op de tweede
plaats.
Toch is de Amsterdamse School van grote
betekenis geweest. Ook in de Magnus-
veste.
Architecten van deze stroming zochten
naar vormen die zich niet spiegelden aan
het verleden. Ook wilden ze uit dat verle
den bouwelementen gebruiken. De nieu
we vormentaal beperkte zich niet tot de
architectuur, maar strekte zich uit tot
andere toegepaste kunstvormen zoals de
typografie en meubilair.Kenmerken:
doorbreken van vlakke gevelpatronen
door uitspringende vlakken of lijnen.
Eenzelfde effect sorteerde het gebruik
van bolle of holle muurpartijen en de
decoratieve vormgeving van kozijnen
ramen en deuren. Verwerking van ver
schillende soorten kleuren en formaten
baksteen, veel reliëf in de gevels door
4