mm
De inval der Engelsehen in het jaar 1909, of de heldendaden der Witte Sociëteit
(Eene geschiedkundige herinnering)
Voorgedragen op den Feestavond van 24 februari 1900 en op verzoek voor de leden der Sociëteit uitgegeven
(niet in den handel).
-.-Viw-
1. De strijd der Boerenrepublieken
Was naarOom Paul'sgebed beslecht:
De lauwerkrans der ouerwinning
Werd om zijn hooien hoed gelegd.
2. En Nederland, trotsch op zijn neuen,
Zagwat uoor kracht ligt in 'tgeweer,
En riep: "Komt, leeren we ook zoo schieten,
Dan naakt ons nooit een uijand meer!"
3. Als paddenstoelen rezen banen
Voor'tschieten op, op Neêrland'sgrond,
In minder dan een jaar, meneeren,
Leek 't Vaderland e'e'n schuttersbond.
4. De Witte had een eigen schietbaan,
Vlak langs den Lagedijker weg.
Vóór stond een schijf op duizend meters,
Aan elke zijde stond een heg.
5. Het schot der onzen was zo'o' zeker,
Dat niemand bang was om te gaan,
- Ook tijdens het allerheuigst oef'nen -
Met urouw en kind langs onze baan.
6. De roos te raken was het minste,
Dat kon een ieder, man uoor man;
Men schoot - ge weet het, mijne heeren -
De letters uan zijn eigen uan.
7. Eens - als een antwoord op een briefje -
Schoot d'oud-gediende Roggeueen
Metsneluuur op een boom ten mijnent
Heel uan ten zijnent 't woordje'neen!'
8. Zo'o' toegerust mocht Neerland zeggen:
"Ik ben het strijdbaarst uolk ter aard;
Mijn enk'le duizendtallen schutters
Zijn meer dan tien diuisies waard."
9. Toch, Eng'land durfde ons trotseeren.
We waren uoorbereid - Goddank! -
Het was jaloersch en wou zich wreken
Om Zoutman's slag bij Doggersbank.
10. Het deed een inual in de duinen,
Verraderlijk bij Callantsoog,
En trachtte stellingen te winnen
Om en terzij uan Valkoog.
n. Muijs, PietJoubert der Schagerschutters,
Berichtte het onzer Koningin,
Maar seinde teuens: "Onze Witte
Neemt hier een uaste stelling in."
12. De Engelschen, lord Roberts' troepen,
Beproefden onder Buller's oog
't Kanaal te nemen bij de Stolpen,
Een drie kwartier van Callantsoog.
13. Muijs had De Pater en Jo Gouers
Als posten daar uast uitgezet.
Hooioppers dienden hun als "kopjes".
De overtocht moest daar belet.
14. Die strijdmacht was metgroot te noemen,
Maar 'tgoed gericht ajwiss'lend uuur,
Belette toch het ouertrekken
Voor langer nog dan ueertien uur.
15. Toen trokken Gouers en De Pater
Heel langzaam achteruit, terug.
Lord Roberts bracht zijn beste troepen
In stelling nabij Schagerbrug.
16. Maar hier was 't halt uoor goed gesproken,
Want achter den Westfrieschen dijk,
Daar lag de Witte, dreigen sprekend:
"Voor uerder is de brug mijn lijk!"
17. Daar lagen Berman, Ressing, Asjes,
De Gier en Nobel, Van der Wal,
De heeren Feisser en Van Rossem,
De bloem uan Schagen's heldental.
18. Daar lagen Trapman, Van der Maaten,
C. Visser, uriend in nood en ramp,
En Roggeueen, de zadelmaker,
In 'laager' bij hun wagenkamp.
15