Het gemeentehuis aan de Markt
tsbeslissing
men tegen
t was volgens
ogelijk-men
ondermijning
eid was altijd
van Holland,
agen wist
en wars van
eventuele
tting. Artikel
.7 bepaalt dat
ichaar mag
nke boete op.
togal eens
chepenen
keur uit te
;rs"en
lijk verbieden
>r de
)ij schouth
r geroepen is
Bovendien
inneer sijn
vederom" te
:e het
:oalsalle
k kwijt.
vordt in de
le zijgevel
de gaande en
ornamenten
ichttoen de
g de Schager
rbouwd en
ïrmede-
itewapen als
acht; Vrouwe
iterlijke
>k met het
/ee symbolen
d zullen
Cees Kuyper
Op de hoek van de Markt en de Gedempte
Gracht stond tot 1960 het oude raadhuis
met rechts daaraan vast de gemeentelijke
waag waarin het kantoor van de politie
was ondergebracht.
Het Schager gemeentebestuur heeft zo'n
vijfenzeventig jaar van deze panden
gebruik gemaakt en er ook heel wat mee
te stellen gehad.
Het pand dat in 1612 werd gebouwd als
herberg de Schager Roos, is in 1731
ingericht als polderhuis. Het
gemeentebestuur was medegebruiker en
betaalde hiervoor huur. Op 1 april 1893
liet het polderbestuur weten dat de huur
verhoogd zou worden tot 200 gulden.
Het gemeentebestuur ging echter niet
acoord met dit bedrag, maar men had wel
interesse om het pand te kopen. De
gevraagde 5000 gulden vond men echter
te hoog..De onderhandelingen liepen
dus vast.
Een jaar later kwam het gemeentebestuur
met een nieuw bod. Men vroeg de huur
vast te stellen op 150 gulden of het
polderhuis in eigendom af te staan voor
3000 gulden.
Het tegenbod van het polderbestuur was:
150 gulden huur voor het polderhuis en
50 gulden voor het waaggebouw
compleet met inventaris, dus totaal 200
gulden per jaar. De gemeente kon het
gebouw ook kopen voor 4000 gulden
onder voorwaarde dat het polderbestuur
elke zaterdag over het gebouw mocht
beschikken om er te vergaderen. Het
gemeentebestuur ging accoord en werd
op 2 januari 1895 eigenaar van het
polderhuis, het naastliggende
waaggebouw en de inventaris. Het
polderbestuur werd medegebruiker en
vergaderde elke zaterdag in het oude
pand.
Bij de overdracht had het gebouw een
bepleisterde halsgevel en zag er niet erg
representatief uit.
Het gemeentebestuur vatte het plan op de
gehele voorgevel te restaureren en gaf
hiervoor de opdracht aan P. Honijk,
timmerman aan de Loet die de restauratie
voortvarend aanpakte. Volgens de toen
geplaatste gevelsteen was het werk in
1898 gereed.
De halsgevel werd veranderd in een
trapgevel, het interieur bleef echter in
oude stijl. Op het ontwerp kwam veel
kritiek. De gebruikte stenen, de
gevelindeling en de afmetingen van de
ramen pasten niet bij het oude gebouw.
Ruiten met met dergelijke afmetingen
werden in 1612 nog helemaal niet
toegepast in dergelijke panden. Er werd
dan ook hevig peprotesteerd toen bleek
dat het waaggebouw in dezelfde stijl bij
het gemeentehuis zou worden
getrokken.
P. Hopman, voormalig secretaris van de
polder opperde: "Zou het niet beter zijn
om, voor het te laat is, in de bestaande
gevel nieuwe en beter in het geheel
passende ramen te schenken? Een echt
antiek bouwwerk is er niet van te maken,
maar wel iets behoorlijks."
Het gebouw heeft tot 1959 dienst gedaan
als gemeentehuis.
Op maandag 8 juni 1959 om exact acht
minuten over negen ging de eerste paal
de grond in voor een nieuw
gemeentehuis. Er zouden er nog 257
volgen. Het gehele dagelijks bestuur van
de gemeente kwam kijken: burgemeester
Wognum, de wethouders Niestadt en De
Weger, gemeentesecretaris Holtrop en
Het 'helderse' gat.
9