enc/e eeuw
Mishandeld
door dokter Koelman
kruid met
warme
emaaktdoor
r.
en enkele
ver de zeven
essen 'siroop
ild, werden
daarbij de
hem een
het hoofd
om de accijns
'O spoedig
betalen en
lis te komen
aal, dat dan
te
iterdie dag
ïaren niet
proces
eel werd
rianus
chagen.
iezen Meijer
derzoek nog
j
rde
hreven zij:
at wat de
ttelijken met
i op den
noorden om
tante
attentie op de
n ware
der manden en
m en verdient
in geldboete
ken zullen
doen vergeten, hij is immers iemand die wel
betalen kan.
Zijne boete is ƒ200 en het komt mij voor dat
3/4 der boete betamelijk zoude zijn."
Hoe hoog de boete uiteindelijk is
geworden is niet bekend.
Bron: Archief Schagen inv. nr. 1357
Over de hoofdpersoon
Dirk Ursem was op 3 augustus 1807
in Obdam geboren in het niet
onbemiddelde rk boerengezin, van
Jan Ursem en Maartje Obdam. Dirk,
die zijn carrière begon als
timmerman, trouwde in 1835 te
Schagen met Alida Tromp een
dochter van de Schager schipper
Dirk Tromp en Jantje Hooiboer. Na
de geboorte van een jongen op
30.11.1835 in Kolhorn, vertrok het
jonge gezin naar Texel waar het kind,
90 dagen oud, overleed. Het echtpaar
vertrok toen naar de Zijpe waar in
1837 een zoon en in 1839 een dochter
werden geboren.
Op 2 januari 1840 kocht Dirk de
herberg de Roode Leeuw,
Marktplaats 90 te Schagen, van
Frederik van der Geer en vestigde
zich daar met zijn gezin. Er werden
nog negen kinderen geboren
waarvan er zes op jonge leeftijd
overleden. Van de twaalf kinderen uit
zijn eerste huwelijk zijn er slechts
vier volwassen geworden.
Alida Tromp overleed in mei 1852.
Een halfjaar later hertrouwde Dirk
met de 43-jarige uit Medemblik
afkomstige Maria Rustige, alias
Rusting, die vijfjaar later overleed.
Twee jaar later, Dirk was toen 52,
hertrouwde hij met de 28-jarige
Wieringse Antje Pot. Dit huwelijk
heeft slechts 6 jaar mogen duren
want op 18 november 1865 overleed
Dirk, 58 jaar oud.
Meer informatie betreffende de familie Ursem
kunt u vinden op hun prachtige website
http://home.planet.nl/~ursem005/
Het verhaal van Neeltje Biesboer.
Op zondagmorgen 18 april 1847
omstreeks acht uur verliet Neeltje
Biesboer haar woning in een van de
voormalige voorgebouwen van het slot.
Met een stenen melkkan in haar hand
was zij op weg naar de overkant om daar,
bij dokter Koelman, voor één cent zoete
wei te kopen. Dokter Koelman had achter
zijn woning, het tweede huis van af de
oosthoek van de Nieuwstraat, een stal
waar enkele koeien stonden. Deze stal
liep door tot achter het hoekhuis en had
een ingang aan de Nieuwstraat. Hetvee
werd verzorgd door Cornelis Heddes.
Grietje Spaans verwerkte de melk tot
boter en kaas die bewaard werden in een
ruimte die het zaaltje werd genoemd..
Toen Neeltje Biesboer, volgens haar
zeggen, de deur in de Nieuwstraat
gesloten vond liep zij buitenom over het
erf naar de andere kantvanhethuisen
ging daar naar binnen. De eerste die zij
daar tegen het lijf liep was Antje Mekken,
de meid. Neeltje zei haar dat ze naar het
zaaltje, zoals de kaasmakerij werd
genoemd, zocht maar bijna verdwaald
was in het grote huis. Antje wees haar de
kortste weg naar het zaaltje.
Toen zij door de stal liep waar Cornelis
Dokter Koelman
woonde in het hoge
huis met trapgevel.
Detail van de aquarel
'De Lammerenmarkt'.
7