Hangjongeren op het Noord
Enkele getuigen
woonden in
het wees- en
armenhuis.
Op een zomeravond in de negentiende
eeuw viel er voor de Schagense jeugd niet
veel meer te doen dan een beetje hangen
en kletsen. Soms draaide het uit op
baldadigheid, zoals op de avond van
zondag 19 juli 1846, zoals we in de
navolgende getuigenverklaring kunnen
lezen.
Het voorval vond plaats op het Noord
voor de woning van Gerrit Leijding in de
buurt van het armenhuis.
"Arie Snaars slaat de pijp uit Pieter de Adel zijn
mond, toen gafP. de Adel A. Snaars een schop
en toen sloeg A. Snaars met zijn Idomp tegen P.
de Adel zijn elboog aan, en toen nam P de Adel
zijn mes en tuoude daar mede steke en toen sloeg
Snaars met zijn klomp het mes uan Adel door
midden en toen toilde Snaars na huis gaan,
tuaarop dat Adel een steen nam en gooide
Snaars van agteren een gad in t' hoojt en doen
tuas de grap afgelopen en dit getuigd Leendert
Breet, P. de Wit, Trijntje de Haas en Natje
Meijer, het isgeschied tussen 7 en 8 uren uoor
het huijs uan Gerrit Leijen. Maar de zoon uan
Snaars tuas de eerste aanlegger uan het geval."
Klaas Snaars, de vader van Arie, ging naar
burgemeester Denijs om zijn beklag te
doen. Kennelijk was de steen nogal hard
aangekomen: de 13-jarige aanstichter
had een grote pijnlijke buil en bloedde
flink. Klaas eiste genoegdoening.
Denijs hoorde de getuigen en schreef een
proces verbaal voor de officier van
justitie. Of deze ooit actie heeft
ondernomen is niet bekend.
Opmerking
Zoals in veel van deze archiefstukken was
Denijs niet erg nauwgezet, vermoedelijk
kende hij de betrokkenen nauwelijks. De
namen werden vaak op het gehoor
genoteerd. Klaas en zijn zoontje Arie
heetten in officiële stukken zoals die van
de burgerlijk stand, niet Snaars maar
Snaas. Gerrit Leijding, tegenover wiens
huis het voorval zich afspeelde, werd in
de getuigenverklaring Leijen genoemd.
Natje Meijer, of heette ze Naatje Meijers,
en Trijntje de Haas woonden in het
armenhuis.
10