Pieter de Leeuw, deserteur ïn Ruud van de Pol ogen. gen aan van lijk tekeningen rde ook en per ngs op cd- mstreken en speelde g benadert Op vijf mei 1781 werd in de houten schuilkerk van Wormer - ook wel de 'roomse vergaderplaats' of'de Paepse Vermaningh met het priesterhuis in de middel van Wormer' genoemd - Pieter de Leeuw gedoopt. Hij was het jongste kind in het gezin van Dirk Creelisse de Leeuw en Jannetje Jans Molenaar waar al vier jongens en vier meisjes waren geboren - die helaas niet allemaal meer in leven waren. De familie bezat een eigen huis in Jisp. Jisp was indertijd een kleine gemeente met 6 a 700 inwoners. Ongeveer 10% van hen was rooms katholiek, een iets kleiner percentage was doopsgezind en de overigen, de meerderheid dus, waren lid van de Nederduits Gereformeerde Kerk (later Hervormde kerk). De plaats was dus te klein voor een eigen katholieke kerk. De katholieken gingen naar de kerk in Wormer, die op een uur lopen van de woning van de familie De Leeuw stond. Vader Dirk verdiende de kost als boerenarbeider gespecialiseerd in de kaasmakerij, de zogenaamde kaasknecht. Van de jeugdjaren van Pieter weten we alleen dat hij in Jisp op school is geweest waar hij les kreeg van meester Backer. Na zijn schooljaren zal hij gewerkt hebben als los arbeider. Misschien is hij bij zijn vader in opleiding geweest als kaasmaker. Hij had in elk geval enige kennis van kaas en de handel in kaas want in 1805 is hij in Schagen werkzaam als knecht bij koopman Jan de Vries die toen ondermeer in kaas handelde maar ongetwijfeld regelmatig als koopvaardijkapitien op reis was. Pieter noemt hem dan ook Kapitein Jan de Vries. Jan de Vries kwam uit Monnickendam waar hij in 1775 was geboren. Hij ging in dienst van de koopvaardij en bracht het tot kapitein. Nadat hij een aantal succesvolle zeereizen had gemaakt maakte hij kennis met Maartje Jongerling weduwe van Diederik Barsingerhorn secretaris in Schagen. Maartje was in in 1759 in de Zijpe geboren. Ondanks het grote leeftijdsverschil trouwden zij in 1799 en betrokken het huis aan de Bierkade waar Maartje en haar overleden echtgenoot hadden gewoond. In 1822 vertrok Jan de Vries, met achterlating van zijn vrouw, naar Suriname waar hij zich vestigde als planter en korte tijd later overleed. Mogelijk kende Jan de Vries de Jisper jongeman van de kaashandel in Purmerend en Monnickendam en had hem overgehaald om bij hem in Schagen in dienst te komen. Flankeur en fuselier van de nationale Infanterie.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2006 | | pagina 5