Uit de collectie von Museumboerderij Vreeburg
Het bikkelspel
Gerard Koel
Aan de voet van de vulkaan de Vesuvius ligt de opgegraven stad
Pompeji. Hier vond men een schildering op marmer van
Alexandros van Athene. Gedateerd: begin van de 1e eeuw na C. en
voorstellend "De dochters van Leucippus, bikkelend". Het is ten
toongesteld in het Nationaal Archeologisch Museum in Napels.
Bikkels werden vroeger van een koot- of
voetwortelbeentje van een schapenpoot
gemaakt. Ook een beentje uit de hiel
werd vaak gebruikt. Maar ook waren er
van een loodlegering en de beter
gesitueerden hadden ze van koper.
De Romeinen maakten bikkels van ivoor,
zilver en zelfs van goud. De eenvoudigste
bikkels van lood hebben een holle kant
en een platte kant met kruisjes, zes
puntjes of (zoals op de foto is te zien) een
gegraveerde "S".
Het bikkelspel wordt met 4 bikkels
gespeeld op een hardstenen stoep door 2
meisjes, ieder aan een kant. Bij het
eenvoudigste spel neemt men de 4
bikkels in de hand en gooit deze
omhoog. De bikkels liggen nu op een
bepaalde manier op de stoep. Hierna
gooit men een balletje of een stuiter op de
stoep. Tijdens het stuiteren van dit
balletje moet men snel de bikkels goed
plaatsen, namelijk met de holle kant of
de "S" kant omhoog. Wie het eerst alle
bikkels in de goede positie heeft, is de
winnaar.
Vroeger was het spel ingewikkelder, men
speelde bijvoorbeeld met geelbruinen,
benen bikkels; van de bikkels werden nu
de vier zijden gebruikt.
Bikkel 1 had een platte bovenkant,
gemerkt met een 'S' of twee punten en
werd: 'esse' genoemd.
Bikkel 2 de tegenovergestelde kant,
noemde men de: 'staande'.
Bikkel 3 had een gladde sleuf en werd
het: 'ietje' of'nietje' genoemd.
Bikkel 4 de tegenovergestelde kant met
een sleuf, waarin een gevormd kuiltje,
noemde men het: 'watje'.
Deze vier bikkels werden tussen de
vingers en duim geklemd met de
binnenkant van de hand naar boven
gekeerd en in de handpalm had men een
knikker of stuiter liggen. En nu begint
het spel onder het zingen van het liedje:
moeder de rooie,
iaat pikken dealooien
iaat doen ze zeer
een bikkeltje neer
32