rTner^*-^.
'>yi
cYt-£_—
t3 C c
Jacob belooft beterschap
De tweede akte is van 21 December 1705.
Dat is de neerslag van het gesprek dat
notaris Pieter van der Beeck heeft met
Jacob Steenacker zelf (2). Hij bevestigt
dat hij achting en gehoorzaamheid
verschuldigd is aan zijn voogd de Heer
Meester Johan Baert Burgemeester en
Raad van de stad Alkmaar. Hij geeft toe
dat hem al vaker de wacht is aangezegd
in verband met zijn gedrag, maar dat
hij deze keer uit eigen beweging is
gekomen, om schoonschip te maken.
Hij bekent dat hij het in hem gestelde
vertrouwen "meermaelen ende bisonderlijck
nogh soo onlangs in de uerkeeringe
ende ommegangh met Marij Lijnhoven
meduioe binnen dese plaets, anders bekend
onder de naem uan Jacob Backers Marij,
seergrojfelijck heeft misbruijet ende sijn
seluen uerre te buijten [is] gegaen...".
Het is wel zo, zegt hij, dat die Marij
Lijnhoven hem heeft verleid. Maar nu
is hij zover dat hij "daarom mits desen de
urijheijdtgebruijet bouen de uorenstaende
bekentenisse oocksijn hertelijck leetiuesen
te betuijgen ouer alle hetgepasseerde en
bijsonderlijck mede de uerkeeringe met
gemelde urouiuspersoon en andere ongebonden
endequaedaardige menschen...
Hij hoopt dat hem dit alles toch vergeven
zal worden, temeer daar hij vast van
plan is om niet langer gehoor te geven
aan enige verleiding, "maartercontrarie
hem van nu af aen onder de opsight uan sijn
neef Hendrick Vooght, in desselfs mooninge
stil, modest engehoorsaemgedraegen, sonder
eenige de minste reden uan misnoegen ojt
klaghte in het toecomende te sullen geuen,
onder dese mits, soo hij buijten ueriuagtinge
loederom uijtsporigh uuerd, dat hij (soo ueel
uan noode soude mogen sijn en 't althans nogh
in sijn maght staetsigh overgeeft ende hem
onderiverpt omme in een uerseecleerde plaats
of met een schip wederom in zeegesonden
te mogen toerden, soo als sijn Heer Vooght,
met aduis uan de Heeren tueesmeesteren
der stadt Alcmaar als sijn opperuoogden
raadsaamst sullen oirdelen sullende sigh
alle 't selue seer gaarne ondertuerpen
Hij vraagt dus om een plek "in een
uerseeckerde plaats", de gevangenis dus, of
op zijn minst een opvoedingsinstituut,
of, wederom op een schip.
Zijn familie
Hendrik Dirriksz Voogt is op 23 april
1679 getrouwd met Neeltje Michiels.
Hij trouwt opnieuw, als weduwnaar
nu, op 21 september 1681 met Grietje
Cornelis Streek. Aan het eind van 1705
noemt Jacobus Steenacker Hendrick
Voogt zijn neef, bij wie hij vanaf dat
moment woont aan de Hoogzijde.
Hendrik Voogt is chirurgijn in Schagen.
Gezien de namen van de drie ligt het
dan meestvoorde hand dat de moeder
van Jacobus Steenacker lid was van de
familie Voogt ofvan de familie Streek.
Hoe het ook zij en wat er verder
in dat leven nog is gebeurd, als
Jacobus Steenacker in Schagen wordt
aangegeven als te zijn overleden, is hij
op zijn minst redelijk bemiddeld en
heeft hij voorshands zijn geheimen
meegenomen in zijn graf.
Bronnen:
1. Regionaal Archief
Alkmaar: Notarieel
ArchiefSchagen ooor
1842, inuentarisnum-
mer4586, arte 120
2. Regionaal Archief
Alkmaar: Notarieel
Archid"Schagen voor
1842, inuentarisnum-
mer4586, arte 127
7