Uit de collectie van Museumboerderij Vreeburg
Loddereindoosjes zijn omstreeks 1750 als reukdoosjes in gebruik geraakt.
De naam is een verbastering van het woord "l'eau de reine", wat letterlijk
"koninginnewater" betekent. Dit was een bepaald soort odeur en populair
bij zowel de man als de vrouw. Een loddereindoosje is een klein zilveren
doosje, waarvan de hoogte groter is dan de breedte, met een scharnierend
dekseltje. In het doosje bevindt zich een sponsje dat met reukwater werd
bevochtigd, bij het openen verdampte de vloeistof met als gevolg dat men
een met odeur verzadigde lucht opsnoof.
Gerard Koel
De doosjes werden door de zilversme
den in diverse ronde, rechthoekige of
achtkantige vormen gemaakt en prach
tig gegraveerd of versierd met filigraan-
werk. Maar ook werden voorwerpen
nagebootst zoals boeken, mandjes,
terrines, koffers, kabinetten en secre
taires. Soms maakte men op het dek
seltje een knop met een ringetje om
aan een chatelaine te bevestigen. Bijna
alle mandjes hebben aan weerszijde
een oogje waarin een ringetje, om met
een kettinkje aan de chatelaine te wor
den vast gehaakt. Loddereindoosjes
werden in Nederland vooral gemaakt
in Amsterdam, Schoonhoven en
Leeuwarden; in mindere mate in
Dordrecht, Den Haag en Middelburg.
De 2 doosjes in Biedermeierstijl zijn
gedateerd 1875 en rijk gegraveerd.
Bovendien is in het rechter doosje in
schrijfletters de initialen GBH gegra
veerd. Het linker doosje heeft een huis
en een bloemmotief en bevat nog het
originele sponsje afgedekt met rood
fluwelen stof. Beide loddereindoosjes
komen uit onze zilverstad Schoonhoven.
Zij zijn voor een groot deel met de hand
gemaakt door de Weduwe van Halteren;
meesterteken WH en 33. Onder deze
naam is geproduceerd vam8Ó3 tot 1895.
Loddereindoosjes
uit 1875.
21