z'n goeie goed al klaar
Arnold Lantman thujs yg R |gg
Zuster Praesidia, die de wereldse namen heeft van Margaretha
(Gré) Dekker, kwam in Schagen op 31 juli 1917 ter wereld.
Zij is de enige van het uit zeven kinderen bestaande gezin van
Willem Dekker en Cornelia Catharina (Neel) Stokman die nog
in leven is. Mede daarom zijn we op haar aangewezen als we
willen weten welke bijzondere plaats haar vader Willem innam
bij het katholieke deel van de Schager bevolking. Dekker was een
zeer sociaal bewogen man die zich bijzonder verdienstelijk heeft
gemaakt voor de inwoners van Schagen en een zeer grote bijdrage
heeft geleverd aan de ontwikkeling van dit stadje in westelijk
West-Friesland.
We zochten zuster Praesidia op In Huize 'Augustinus' aan de Van
Everdingenstraat te Alkmaar. Daar woont zij tezamen met haar
medezusters van de kloosterorde Augustinessen. Aan de overkant
van het voormalige Sint Elisabethziekenhuis brengt zij haar
levensavond door en geniet zij van de dingen die ze op haar weg
tegenkomt.
Moeder werkte als wachteres
Haar ouders waren beiden werk
zaam bij het spoor. "Moeder
werkte als wachteres bij het
spoor en bediende de 'bomen' bij de
overgang van de Hoep, een van de
toegangswegen naar dit pittoreske
Westfriese marktstadje. Voor haar werk
moest ze vroeg op en maakte ze lange
dagen, maar dat deed ze met veel inzet
en liefde. Ze verdiende er drieëneen
halve gulden in de week mee, ofwel twee
kwartjes per dag. Dat was toen een rede
lijke verdienste. Belangrijker echter was
dat vader Willem Dekker dankzij de ver
bintenis van moeder met de spoorwe
gen recht had op een vaste aanstelling
bij de Nederlandsche Spoorwegen".
Dit geven staat in schril contrast met
de huidige situatie bij de Spoorwegen.
Toen was het nog een echt staatsbe
drijf en werkte je bij de overheid. Er
waren redelijk goede sociale voorzie
ningen en in die jaren was een betrek
king bij het Rijk een baan voor het leven.
Aan het einde van je arbeidzame leven
wachtte een redelijk goed pensioen.
Nu heet het spoorwegbedrijf officieel te
zijn geprivatiseerd en kan het moderne
railbedrijfin geen enkel opzicht meer
worden vergeleken met de spoorwegen
aan het begin van de vorige eeuw. Ook
de omstandigheden waaronder het werk
toentertijd werd gedaan zijn eveneens
niet meer te vergelijken met die van nu.
De spoorwegverbinding (Den) Helder-
Alkmaar, die op 18 december 1865 offi
cieel in gebruik werd genomen, was
de tweede spoorlijn in de provincie
Noord-Holland. Ruim een kwarteeuw
eerder, in 1839, werd de eerste treinver
binding tussen Amsterdam en Haarlem
in gebruik genomen. Locomotieven en
wagons, die een verbinding tussen de
Marinestad en de Kaasstad mogelijk
maakten, keerden in Alkmaar en vertrok
ken vervolgens weer naar het noorden
van de provincie. 'Het ijzeren paard',
zoals de locomotief in die tijd werd
genoemd, zorgde ervoor dat een deel van
het platteland van Noord-Holland uit
het isolement werd verlost. Enige jaren
later kwam de verbinding van Alkmaar
via Uitgeest naar Haarlem tot stand.
In 1965 vierde de Nederlandse
Spoorwegen feest in Noord-Holland.
Het eeuwfeest werd op passende wijze
gevierd en mensen die een lange staat
van dienst bij de spoorwegen hadden,
kwamen in het licht van de schijnwer
pers te staan. De regionale dag- en
weekbladen besteedden ruimschoots
aandacht aan deze mensen die zich
toen heel nauw verbonden voelden met
het wel en wee van het spoorbedrijf.
Dankzij deze bewaard gebleven uitga
ven zijn we in staat het gesprokene van
Willem en Neel Dekker weer te geven.
Breien en zingen bij de overweg
Zo lezen we: 'De mensen die 'bij het
spoor' werken zijn vaak trouwe werkne
mers. Ze zijn niet gemakkelijk te bewe
gen voor een paar centen méér een ande
re baas te zoeken, ze blijven in de meeste
12