Die werden even gebraden en lagen dan uren te sudderen in de jus tot ze gaar waren, 's Zondags maakte mijn opoe altijd een soep. Zo'n dikke met vermicelli, gehaktballetjes en een kluif waar merg inzat. Dat vond ik heerlijk, 's Winters was het eten niet zo lekker, want er werden bijna elke dag peulvruchten gegeten, erwten, bonen, enz., in vet. Als je dan niet snel genoeg at, zag je bord er uit als een bevroren vijver. Het vet was dan hard geworden. Verse groente was er niet. Wel maakte opoe 's zomers in een grote stenen pot sperziebonen in. Die werden dan kort gekookt en dan in laagjes in de pot gelegd. Een laag zout er op en dan weer een laag sperziebonen tot de pot vol was. Dan een plankje er op met een grote zware steen om het geheel te persen. Op zolder lagen appels sinds de herfst. Die moest ik dan regelmatig omdraaien en oppassen dat ze niet tegen elkaar lagen, want als er een rotte was, werden de anderen aangetast. De bouw Op het bouwland werden meestal aard appelen, sperziebonen, uien, rode bie ten, voederbieten (voor de koeien in de winter) en kool geteeld. Tijdens de oogst kwamen er vaak dagloners of studenten uit Schagen om te helpen. Voor het aard- Over de kleine appelrooien waren er twee systemen. Of bruggetjes naar men wer[[ betaald naar het aantal meters Avendorpwaar dat er gerooid werd, of er werd betaald Kant op de boerderij naar [jetggntgi kistjes dat gerooid was. Bij het berekenen van het aantal meters waren er steeds problemen. Als je te snel ging lag de helft van de aardappelen nog onder de grond. Dan moesten ze nog eens een tweede keer het stuk rooien. Als er niet zoveel te doen was, wat niet zoveel voorkwam, gingen we in het gras land stekels pikken met de schoffel, want de koeien hielden niet van stekels. Het huishouden Opoe had in de keuken een houten was machine. Die had mijn ome Jan eens gekocht. Dat vond ik wel een rijk stuk wat ik nog nergens anders had gezien. Je moest er wel water in laten staan want anders ging hij lekken. De was werd op het bleekveld te drogen gelegd. Ik vond dat de was dan heerlijk rook. Er stond ook een groot fornuis waarop gekookt werd. Het werd gestookt met koolstronken en turf. Koolstronken waren er genoeg. Die werden dan gedroogd op het land. Afval was er niet. Ofhetwerd op de mesthoop gegooid of verbrand in het fornuis. De krant en de radiogids werden gebruikt om de kachel aan te maken, of als Wc- papier, wat wei een beetje ruig was. De WC was buiten aan het eind. 's Morgens luisterde opoe altijd naar 'Moeders uul is toet'dan had je alle moge lijke muziek. Een gat in mijn knie Tijdens het hooien stak mijn opa met zijn hooivork eens in mijn knie omdat ik onder het hooi kroop. Het gaatje is nog een mooie herinnering aan mijn opa. Eens was er een probleem met de hooi berg naast het huis, hij begon te roken. Met man en macht werd de hooiberg uit elkaar gehaald. In het midden was het hooi helemaal zwart en bijna in brand gevlogen. Dat gebeurde wel vaker. Op een avond stonden we buiten te kijken naar de hemel die helemaal rood was omdat er een boerderij in de richting van Dirkshorn in brand was gevlogen. Over koetjes en kalfjes Er kwam wel eens een jeugdvriend van opa voorbij. Dan werd er over vroeger 6

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2005 | | pagina 8