Mijn herinneringen aan Schagen Jaap H. Braak Uit de Zwitserse plaats Couvet ontvingen we bijgaand artikel geschreven door de heer Jaap Braak. Hij is in Alkmaar geboren en getogen maar heeft goede herinneringen aan de vakantiedagen die hij in Schagen doorbracht bij zijn opa en opoe, Jacob Waij (St.-Maarten 19.2.1886 - Schagen 17.8.1956) en Elisabeth Jonker (N-Seharwoude 28.7.1888 - Schagen 29.6.1964) die woonden op Tjallewal. Hoewel hij sinds 1963 in Zwitserland woont is hij de Nederlandse taal niet vergeten en heeft op een lezenswaardige wijze zijn vakantieherinneringen op papier gezet Via Internet Toevallig ben ik op Internet gestoten op Kakelepost met uw adres. Ik heb ook nog herinneringen van de omgeving. Ik ben op 12 september 1939 geboren in Alkmaar. In de Akerslaan, aan het einde, bijna aan de Liefdelaan, aan de rand van de Alkmaarse Hout. Nu is dat deel afgebroken voor het Medisch Centrum Alkmaar. Mijn vader werkte als stoker bij Hoogenstraaten Conserven aan de Fabrieksweg in Alkmaar, 's Zomers was hij chauffeur op een vrachtwagen, een Ford. Dan moest hij naar de boeren in de Wieringermeer om groenten (doperw ten, spinazie, enz.) op te halen voor de Schagen op de kaart conservenfabriek. Zijn bijrijder was een van 1955- zekere Sjoukje Boonstra, een echte Fries. Omdat in Alkmaar ook hongersnood was in de hongerwinter van 1944, zoals in de rest van het niet bevrijde Nederland, was ik vaak in de oorlog bij mijn opa en opoe Waij op Tjallewal K34 (nu Bonkelaarsdijk) in Schagen, waar hij boer was. De omgeving Toen ik later naar school ging, in septem ber 1945 naar de grote school, waar ik nog een foto van heb - 48 jongens in één klas - was ik bijna elke vakantie bij mijn grootouders, waar ik hielp op het land en met de koeien. Vanuit het huis kon je de spoorlijn en de torens van Schagen zien. Regelmatig zag je de stoomtrein voorbij komen die van Alkmaar naar Den Helder ging- Vanaf de spoorlijn had je eerst het huis van Speelman (bestaat nu niet meer), waarschijnlijk om de spoorwegovergang te bewaken. Daar was ik eens met mijn opa om konijnen te kopen. Daarna had je de boerderij van Cor Molenaar. Daar heb ik wel met de kinderen gespeeld, maar die kinderen kan ik me niet meer herin neren. Tijdens een van mijn vakanties is zijn vrouw jong gestorven. Tegenover de boerderij had je het land van mijn opa en van zijn broer Klaas Waij. Dan kreegje het dubbelhuis (het was geen echte boerderij). Rechts als eerste de woning van oom Klaas en tante Trien Waij, de broer van mijn opa. Die hadden geloof ik 17 kinderen. Daarnaast mijn opa Jaap (Jacob) Waij en Bet (Elisabeth) Jonker. Toen ik nog jong was waren mijn tante Sien en oom Jan nog thuis. Het volgende huis was van Cor Zijdewind. Die hadden een dochter. Voor de boer derij van Gootjes had je rechts een klein weggetje tot aan de spoorlijn. Bijna voor de spoorlijn woonde een jonggezel, welke 's avonds melk kwam halen bij mijn opa. Toen hij eens ziek was, moest ik het er heen brengen. Maar er was ook een hond, die ging te keer als een gek toen ik er aan kwam. Ik wachtte tot 4

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2005 | | pagina 6