ie een lange i, maar dat was ook eens op ten. Met de Ik heb hem nder" en de t was wel aar- p, net als ik. ntabakwatin aast de tafel net een kwis- □nden beide Je kon wel en geoefend, .ernard en le Provinciale i aan de dijk. ;ten dak. Dat oen met de i Schagen en. Die koe- Eens was er :ren bij oom ven oud. Ik n dat wij bij op de stroba- k. Natuurlijk is niethoor- e ploegen en erderij. Er :toren waren 5 met van die cont. Hij was >je nam kan ik net mijn voet n trekken en egin vond ik iet paard :e laten jaar geweest de hoefsmid lid was op het 1 donderdag ng ik het lis te gaan. had en ik rekken, liep grazen. Het paard van oom Klaas was eens door de bielsen brug gezakt en in de sloot beland. Omdat hij zo zwaar was, zakte hij diep in de modder. Met man en macht is hij er na uren uitgekomen. Zaterdag wasdag Zaterdag was het wasdag. Dan werd op de deel een grote teil neergezet en dan werden we zo naakt als een regen worm in de wasteil gewassen. De kin deren van oom Klaas hingen over de schutting te kijken en hadden natuur lijk veel commentaar. Ik schaamde me in mijn blootje hartstikke dood. Ik sliep op zolder onder de dakpan nen. Als het regende en er een storm woedde, lag ik heerlijk onder de dekens, lekker warm naar het weergehuil te luisteren om in slaap te vallen. Ook de vogeltjes die snipperden onder de dakpannen, vergrootten het welge- voel. Na het melken werd dan ontbijt. Tijdens de oorlog werd er het licht aan gelegd. Maar de waterleiding was er niet. Voor (of achter) het huis was er een water put, waar het water van het dak in liep en met een emmertje kon je het water er uit halen. Het water zat vol met larven, die heen en weer kronkelden. Maar het water werd gekookt voor de thee en om de aardappelen en de groenten te koken. Soms gooiden we een kikker in de put. Maar dat werd al snel ontdekt en moest die eruit gevist worden met het emmertje. De telefoon Omdat oom Jan kennis had aan een vriendin had hij telefoon aan laten leg gen op Tjallewal. Ik hield niet van de telefoon. Toen ik klein was, was er maar één telefoon in de laan; bij de schilder. Als de schildersvrouw dan aanbelde om te zeggen dat er iemand aan de telefoon was ging het meestal om een vervelend bericht. Het waren dan doodsberichten ofandere onheilsmeldingen. Voor ande re berichten mocht je de telefoon niet gebruiken. Dan kon je schrijven. Toen ik eens alleen thuis was op Tjallewal en de telefoon ging kreeg ik bijna een hartstil stand. Ik wist niet wat ik moest doen. Ten langen leste nam ik de telefoon toch maar -T|' i - -J - aan. Er was een mijnheer aan de telefoon, maar ik was zo zenuwachtig dat ik geen woord verstond en dus niet wist waar het over ging. Toen ik later oom Jan vertel de dat de telefoon was gegaan en ik niet wist wie er gebeld had was hij erg boos. De schrik voor de telefoon is altijd geble ven. Zelfs nu, als thuis de telefoon gaat, heb ik bijna steeds het gevoel dat ik toen als kleine jongen op Tjallewal had. Ondanks mijn latere kaderfunctie bij Philip Morris in frans- en duitstalige lan den en ik dagelijks in de betreffende talen moest telefoneren. De Kakelepost Nu over de Kakelepost. Toen ik wat ouder werd moest ik naar Schagen boodschap pen doen. Opoe had dan uit de krant of de reclame een boodschappenlijstje klaar gemaakt. Dan moest ik lopend naar Schagen. Bij Gootjes voorbij en dan voor Wiersma, rechtsaf langs het water over kleine bruggetjes naar Avendorp, waar Kant op de boerderij zat. Het was een moeilijke zaak om bij Kant voorbij te komen. Eerst had je daar de hond, waar ik doodsbang voor was. Maar je had er ook de stier, die aan een lijn op het erf stond, zodanig dat hij bij de sloot kon komen om te drinken. Dan wachtte ik af tot hij wijd weg was van het water en dan rende ik langs het water richting Kakelepost. Daarna had je nog tot aan de Nieuweweg een huisje, als ik me nog goed kan herin neren. Maar dat weet ik niet meer zo zeker. Ik ben eens met mijn opa en Aris Zijdewind op de koffie geweest bij Kant want ze werkten beiden in de buurt. Overal zat de bullebak, ook bij de Kakelepost. A

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2005 | | pagina 11