ten. Omdat Pukkie zoveel melk gaf, had zij het meeste gegeten, 's Avonds werd ze ziek. Mijn opa bleef's nachts waken bij zijn koe. Hij haalde de dieren arts erbij, maar na een paar dagen was ze dood. Hij vertelde dat Pukkie hem aankeek voor hulp, maar hij kon niets doen en ze wist dat ze dood zou gaan. Weer die bullebak De sloot tegenover het huis vond ik erg romantisch. Er was aan één kant veel riet dat altijd heen en weer ging want er was bijna altijd wind. Maar ik was wel bang van het water, want toen ik klein was had mijn opoe verteld dat ik niet bij het water mocht komen; daar zat de Bullebak in. Dat was een verschrikkelijk mon ster en die probeerde kleine kinderen te pakken te krijgen om ze in de diepte van het water te sleuren. Als je bedenkt dat je in Holland met de polders alleen maar water hebt, kun je je indenken hoe moeilijk het was om niet bij het water te komen. Opa had ook een schuit. Een zwarte, geverfd met teer. Daar gingen we vaak mee naar het land. Op de terug vaart werd dan veevoer meegenomen voor de koeien als ze op stal stonden. Opoe viel van de bagagedrager 's Zondags werd niet gewerkt. Dan gin gen we naar de kerk. De katholieke kerk, waar de vrouwen aan de ene kant zaten en de mannen aan de andere kant. Toen opa eens naar huis terugkeerde van de kerk met opoe op de bagagedrager, is mijn opoe eraf gevallen. Toen opa thuis kwam zei hij: "stap maar af'. Maar ze was er niet meer. Ze is later aan komen lopen. Wel een beetje kwaad omdat opa niet was teruggereden om haar op te halen. Veel mensen kwamen er niet voorbij. Alleen de melkwagen en de vrachtwagen voor de groenten voor Broek op Lange- dijk. Zodra er buiten de normale tijd motorgeruis was te horen werd er uit het raam gekeken of ging men naar buiten. Soms kwam er iemand met een handkar vol met alle mogelijke spullen zoals schoenveters, bezems, schorten, naai garen, enz., voor de verkoop, 's Zomers als het mooi weer was kwamen er wel eens mensen uit Schagen die een lange wandeling maakten voorbij, maar dat was niet vaak. Mijn opa Braak is ook eens op een zondag op visite gekomen. Met de bus tot de Provinciale weg. Ik heb hem een stuitje afgehaald. Mijn ene opa zei steeds "donder" en de ander steeds "bliksem". Dat was wel aar dig. Beide opa's heetten Jaap, net als ik. Beide opa's pruimden pruimtabak wat in die tijd veel gedaan werd. Naast de tafel stond dan een klein kastje met een kwis pedoor (spuugbak). Daar konden beide opa's dan zittend in spugen. Je kon wel zien dat ze daar jaren in hadden geoefend. Regelmatig kwamen oom Bernard en tante Bet, die woonden op de Provinciale weg in Oudkarspel beneden aan de dijk. De oude koeboet had een rieten dak. Dat is eens vernieuwd. We zijn toen met de boerenkar naar de haven van Schagen gegaan om nieuw riet te halen. Die koe- boet lag vol met balen stro. Eens was er een meisje (AatMak) te logeren bij oom Klaas. We waren ongeveer even oud. Ik kan me nog goed herinneren dat wij bij verstoppertje spelen samen op de stroba len lagen, bijna tegen het dak. Natuurlijk heel stil zodat de anderen ons niet hoor den en konden vinden. Opa had ook een paard om te ploegen en ander werk te doen op de boerderij. Er was ook een boerenkar. Tractoren waren er nog niet. Het was een Bels met van die dikke poten en een enorme kont. Hij was heel mak. Als ik een aanloopje nam kan ik aan zijn staart trekkend en met mijn voet op zijn knie me zo naar boven trekken en op hem zitten. Maar in het begin vond ik het wel hoog. Ik moest met het paard eens naar Schagen om hem te laten beslaan. Ik moet ongeveer 12 jaar geweest zijn. Op de heenweg tot aan de hoefsmid ging het nog wel. De hoefsmid was op het Noord geloof ik. Het was een donderdag dus marktdag.'s Middags ging ik het paard halen om weer naar huis te gaan. Maar omdat hij niets gegeten had en ik moeite had om hem mee te trekken, liep hij steeds aan de wegkant te grazen. Ik kwam 's avonds laat thuis. Paarden

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2005 | | pagina 10