het maken en verzamelen van topogra
fische tekeningen en het samenstellen
van topografisch-historische manus
cripten. Daarvoor had hij zich jarenlang
bezig gehouden met het verzamelen van
munten en penningen en het beschrij
ven daarvan. Schoemaker gold in zijn tijd
onder medeverzamelaars als deskundige.
In 1728 deed hij zijn kleinzoon Gerrit
Blaauw een plakboek met tekeningen en
historische aantekeningen van Amster
dam cadeau. Hij hield zijn kleinzoon bij
die gelegenheid voor dat er drie zaken
van belang waren: allereerst de "geestelijke
oeffening" (dat is de godsdienst), daarna
de "tijdelijke oeffening" (bedoeld wordt de
koophandel) en tenslotte de "geoorloofde
oeffening" om de vrije tijd door te bren
gen. Schoemaker legde uit dat hij ertoe
was overgegaan "uoor soo ueel ik konde (als
hebbende nooijt tekenen geleert) de Noord Hol
landse dorpen en de oude en nitoe heeren huijsen
naar 't leven te teekenen". Daartoe reisde hij
in 1725 en 1726 met zijn zoon Gerrit kris
kras door Noord-Holland om steden en
dorpen te tekenen en historische wetens
waardigheden vast te leggen.
Deze activiteiten werden hem niet altijd
door de plaatselijke bevolking in dank
afgenomen, vooral niet als hij informa
tie trachtte te verzamelen. Bovendien
kende hij zijn eigen tekenbeperkingen.
Daarom stuurde hij steeds vaker beroeps
De toren van de kerk
op de Markt stond
aan de westkant. Het
losstaande huisje
is het zogenaamde
wacht- of vishuis
dat in de 19e eeuw is
afgebroken
(atlas Schoemaker).
tekenaars het land in die hij per dagloon
betaalde. Vandaar dat we in de verzame
ling van Schoemaker, behalve tekeningen
van hemzelf, ook tekeningen van Corne-
lis Pronk, Abraham de Haen en Abraham
Meijling tegenkomen.
De tekeningen van Schagen in de collec
tie Schoemaker dateren zonder uitzon
dering uit 1725,1726 en 1727. Alleen de
tekeningen van De Haen zijn uit 1730.
Hieruit blijkt dat Schoemaker voortdu
rend bezig was zijn collectie uit te brei
den en te vervolmaken. Als hij in die jaren
"in dat gewest quam tekenen", verbleef hij
steevast in Schagen in herberg De Mori
aan, waar hij "goed gemack gevonden" had.
In 1726 en 1727 trok hij ook hier rond
in gezelschap van andere, hier boven
genoemde tekenaars. Daarnaast waren
deze beroepstekenaars ook zelf voortdu
rend op pad.
In de Atlas Schoemaker vinden we een
tiental tekeningen van Schagen. Een aan
tal van deze tekeningen hebben als basis
gediend voor bekende prenten. Niet alle
tekeningen zijn gesigneerd. We weten
dat Schoemaker zelf zeer veel tekeningen
heeft gemaakt in West Friesland; het gaat
echter te ver hieruit de conclusie te trek
ken dat alle niet-gesigneerde tekeningen
van zijn hand zouden zijn.
Bronnen:
Collectie KOG.
Pronk met Pen en
Penseel. Cornelis
Pronk (1691-1759)
tekent Noord-Holland
(tentoonstellings
catalogus, 1997)
13