Plukharen op de Gracht
Riet Vermeulen We zullen 't eerst hebben over Trijntje
Roggeveen. Ze had 'n winkeltje op de
hoek van de Laagzijde met de Markt.
Het leven was voor haar niet eenvoudig.
Ze had 't niet gemakkelijk. Als jonge
weduwe moest zij de kost verdienen voor
vier kleine kinderen.
In juli 1836 was zij op 24-jarige leeftijd
getrouwd met de achttien jaar oudere
Maarten Ossen, weduwnaar van Geertje
Keesman.
Geertje was bij de geboorte van haar
jongste kind overleden. De baby stierf
korte tijd daarna. Maarten was blij dat
hij een 'n goede vrouw gevonden had
die hem hielp bij de verzorging van zijn
overgebleven drie jongens. Maarten zou
nog twee kinderen verliezen. Alleen Rens
zijn oudste zoon (1830) bleef in leven.
Met Trijntje kreeg hij nog twee meisjes,
Geertje (1837) en Ariaantje (1838) en ee n
jongen: Hendrik (1839).
Maarten, geboren in Enkhuizen,
verdiende zijn brood als smid. Hij boerde
niet slecht want het huis aan de Laagzijde
had hij kunnen kopen.
Hun huwelijksgeluk duurde maar vier
jaren. In oktober 1840 overleed Maarten.
Trijntje bleef dus achter met Rens van
10 jaar oud en haar eigen kindjes van 1, 2
en 3 jaar. En dan nu zelf de kost moeten
verdienen en er helemaal alleen voor
staan. Geen gemakkelijke taak. Ze miste
Maarten ontzettend.
Het is 9 juli 1841. Trijntje hoort de winkel
bel gaan en tegelijkertijd een luid gekrijs.
"Wat is er nu weer aan de hand?" moet ze
gedacht hebben. "Dat kan er ook nog wel
bij, of ik het niet druk genoeg heb!"
Ze doet de tussendeur open en Rens
komt haar luid huilend tegemoet. In een
oogopslag ziet ze dat hij schrammen
heeft, een dik oog en een bloedneus. Het
bloed druppelt op op z'n schone buis.
Snotterend en stotterend vertelt Rens
dat hij door bakker Willem Duijs gesla
gen was. Rens biecht wel op dat hij op
de Gracht aan 't plukharen (bakkeleien,
vechten) is geweest met de 15-jarige zoon
van bakker Willem.
Trijntje dacht: "Dit is geen manier van
doen" en ze rept zich naar het kantoor
van burgemeester Arie Denijs, alwaar zij
zich luidkeels beklaagt over het gedrag
van de bakker.
Volgens Rens had buurman Jan Beijers
ingegrepen en de jongen bij Willem van
daan getrokken.
Trijntje eist een gedegen onderzoek
door burgemeester Arie Denijs. Deze
kan moeilijk weigeren en schrijft in zijn
beruchte hanenpoten een proces verbaal
dat door Trijntje wordt ondertekend.
Jan Beijers wordt als getuige bij de
burgemeester geroepen om zijn versie
van het gebeurde vast te laten leggen.
Maar.wat gebeurt er: de 3 5-jarige
Jan, zo getuigt hij, had niet zien slaan
of schoppen en hij had Rens ook niet
1
12
-l3