De NV Noord-Hollandsche
Steenfabriek
Na drie jaar vonden Jacob Lankelma en
Jan Benit de financiële basis van hun
bedrijf kennelijk te zwak. Zij zochten
deelgenoten om samen met hen door te
gaan. Luitje Visser, een landbouwer uit
de Beemster, en Jacobus Fortuin Pz, een
koopman uit Wormerveer, verklaarden
zich bereid om het zakelijk avontuur aan
te gaan. Besloten werd tot het oprichten
van een Naamloze Vennootschap.
Op 15 september 1874 kwamen genoem
de heren samen op het kantoor van nota
ris Meindert Donker te Zaandijk om de
oprichttingsakte van de NV Noord-Hol-
landsche Steenfabriek te tekenen.
De vennootschap, die voor 25 jaar werd
aangegaan, was gevestigd in Wormer
veer en had tot doel de door Lankelma
ingebrachte grond, met de aan te kopen
roerende en onroerende goederen, ste
nen te fabriceren en die te verkopen. Het
maatschappelijk kapitaal werd bepaald
op ƒ60.000, verdeeld in 240 aandelen a
250 gulden.
De eerste deelnemers waren:
Jan Christiaan Benit voor 48 aandelen;
Jacobus Volkert Lankelma voor 6 aande
len; Barend Johan Risselada voor 16 aan
delen; Luitje Visser voor 48 aandelen en
Jacobus Fortuin Pz., die aangesteld werd
als directeur, voor 42 aandelen.
De overige aandelen zouden binnen
15 jaar geplaatst moeten worden.
Voor de betaling bracht Lankelma de
grond en de gebouwen in en Benit de
machines en gereedschappen.
De heren hadden kennelijk vertrouwen in
het bedrijf. Zij wisten dit vertrouwen over
te brengen op Remmert Laan een beken
de Zaanse ondernemer die deelgenoot
werd in de onderneming.
De NV koopt de grond
De kerkvoogden van de hervormde
gemeente waren in de loop van de tijd tot
andere gedachten gekomen en hadden
besloten om de grond aan de Oudedijk
te verkopen. De overdacht vond plaats
op 24 juni 1875 bij notaris Boonacker.
Voor ƒ2500,— werd de NV eigenaar van
de grond en wat water gelegen langs
de Oudedijk. Bleef staan dat er jaarlijks
tot 1881 nog ƒ150,- aan de hervormde
gemeente betaald moest worden voor de
afgegraven grond zoals in 1871 bepaald
was.
De verkoop van stenen gaat niet zo voor
spoedig als men wel wenste. In augustus
1875 worden er partijen stenen verkocht
tegen een lagere prijs, kennelijk moest
men er vanaf.
Liquidatie van de NV
Ondanks het feit dat er nog tot 1880
grond afgegraven kon worden besloten
directeur Jacob Fortuin Pz. en de com
missarissen Remmert Laan en Luitje Vis
ser Cz. uit de Beemster, die Jan Christi
aan Benit had opgevolgd, tegen het einde
van 1876 de NV te liquideren. Binnen
twee jaar was de onderneming kennelijk
op een fiasco uitgelopen. Naar de ach
tergronden van deze mislukking kun
nen we slechts raden. Waren de stenen
te duur, was de kwaliteit niet goed of was
de afzetmarkt te klein? Met de vondst van
de papieren van de vennootschap zou het
raadsel opgelost kunnen worden. Deze
zullen wel verloren zijn gegaan.
In een extract uit de notulen van de ver
gadering van 2 september 1876 der
Noord Hollandsche Steenfabriek geves
tigd te Wormerveer lezen we dat besloten
is een liquidatie commissie te benoemen
bestaande uit de heren Jacobus Fortuin
Pz. en A.C. van Haeften. "De daarom te
maken onkosten zullen hen uit de kas
der vennootschap worden vergoed, bene
vens aan ieder der beiden benoemden
tweehonderd gulden voor hun bemoeiin
gen." Geen slechte regeling voor een tijd
waarin de jaarwedde van Schagens bur
gemeester 700, de secretaris 500 en de
ontvanger 300 gulden bedroeg.
'Nieuwe' eigenaars
Op 25 januari 1877 's middags om een
uurvond er, in hetNoord-Hollandsch
Koffiehuis, ten overstaan van nota
ris Boonacker een openbare verkoping
plaats van "een in werking zijnde steenfa
briek met bijgebouwen en ovens".
Voor 3575,— werd de complete steen-
8