plotseling gebeld. Daar staat de Neus op
de stoep. Met een Kommisbrot met een
rood lintje. Moeder schiet naar de voor
deur, opent de deur, zegt: "Niks daarvan,
dat gaat véél te vlug, en bovendien heb
ben we geen honger." Hetgeen niet hele
maal waar was.
Nu komt mijn eigen verhaal, gezien
Landbouwstraat 26. De oorlog was al
weer een stuk verder opgerukt, Schagen
diende een Egelstelling te worden, overal
werd gegraven, getimmerd en gemetseld
aan bunkers en wegversperringen.
Opeens verschenen er Duitse overvalwa
gens in de Landbouwstraat, met de ken
nelijke bedoeling om arbeidspotentieel te
rekwireren. 't Was op een zaterdagmid
dag, ik weet het nog precies. Op straat
klonken schelle fluitjes en schreeuwende
bevelen. Vader en moeder waren op de
fiets op voedseltocht. En ik had de lengte.
Dus ik ren naar onze tuin en overleg hoe
ik mijzelf kan verbergen. Op dat moment
verschijnt de oppasser bij de schutting.
"Kom jij maar hier", zegt hij, hij zet een
keukenstoel aan zijn kant van de schut
ting, zodat de klimpartij iet of wat wordt
vereenvoudigd.
Een paar minuten later zit ik boven aan
een tafel tussen Duitse muzikanten. Daar
komt de Neus binnen, ziet me zitten,
zegt "Ah, als dat niet de kleine pianist van
hiernaast is! A propos, Abends in der
Taverne van Werner Bochmann klinkt al
heel goed!" De Neus verdwijnt weer. De
Neus keert terug met een stapeltje
muziekpapier, gaat naast mij zitten,
vraagt: "Heb jij wel eens een orkestparti
tuur ingezien en bestudeerd? Kijk, hier
heb je een voorbeeld, 't is een mars, kijk
maar naar de maatindeling, Ich fahr am
Sonntag aufs Land." De Neus gaat mij
dat vervolgens heel nauwkeurig uitleg
gen, instrument zus, instrument zo,
instrumenten die compositorisch bij
elkaar horen, instrumenten die composi
torisch eikaars uitdagers zijn, "En kijk,
hier heb je Posaune eins und da Posaune
zwei, is trombone i en 2, en wat valt je
op?" Ik kijk. De vraag is niet moeilijk. Ik
zeg, "de trombonepartijen zijn in de bas
sleutel genoteerd." "Stimmt!" zegt de
Neus. Zo praten wij, ook de andere
Duitsers, ze willen mijn muzikale voor
keuren weten, ze noemen de hunne, ook
de Neus. En de tijd verstrijkt, en het
wordt weer stil op straat, de overval
wagens zijn verdwenen, de oppasser zegt
dat de keukenstoel nog bij de schutting
staat.
De oorlog voltrok zich verder. De hartver
scheurende apotheose waar een morbide
gedachtegang op aanstuurde kwam
onontkoombaar nader. De gaten in de
fronten dienden gedicht. Er was in
Schagen geen stafmuziekcorps meer
nodig. Landbouwstraat 26 wordt ont
ruimd. Vader en moeder zijn op voedsel
tocht. Dus ik sta in onze tuin en daar
roept de oppasser mij. "Klim es over het
hek! Kijk eens!" De oppasser laat mij z'n
schuur boordevol kachelkolen zien. Hij
zegt, "wij vertrekken, we vinden dat de
kolen naar jullie schuur moeten en Gott
Sei Dank zijn je vader en moeder niet
thuis!"
Ik oordeel dat het een geweldig aanbod
is, met de winter niet zó ver meer weg. En
ik ga over tot organisatie. Ik moet enige
emmers zien te vinden. Ik ga op zoek
naar mijn broers Pieter en Wim. Jantje
van de Lagemaat treedt terstond aan.
Pietje Mantel is jammer genoeg niet
thuis. We gaan aan de slag. Om vijf uur
des middags ligt het kolenhok in ons
schuurtje tot schouderhoogte vol.
16