onbewoonbaar te verklaren als bepaalde
verbeteringen in slechte woningen niet
werden aangebracht. Rotterdam,
Amsterdam en de andere grote steden
volgden dit voorbeeld binnen enkele
jaren. De stedelijke overheden kregen
daarmee een instrument in handen
waarmee ze de vele misstanden op dit
gebied konden aanpakken.
Betere woningen
In het laatste decennium van de negen
tiende eeuw waren de woonomstandig
heden in Barsingerhorn vergeleken met
het begin van de eeuw, op de grotere
aandacht voor het drinkwater na, niet
verbeterd. Er was weinig gedaan om de
bestaande misstanden te verhelpen.
De gemeentelijke politieverordening
bevatte nog geen bepalingen door de
onbewoonbaarverklaring van woningen,
hoewel er voornamelijk in Kolhorn veel
woningen waren die aan de eis van een
eenvoudige, doch voldoende behuizing
niet voldeden. Dergelijke huizen werden
voor 40 a 75 cent per week verhuurd. Zij
bevatten, net als de armoedigste
woningen in 1827, slechts een kamer, die
zowel keuken, slaapvertrek als
werkplaats was.
De meeste van deze woningen waren
bovendien erg vochtig, omdat de vloeren
beneden de begane grond lagen.
Sommige woningen kwamen in de herfst
en in de winter als gevolg van de hoge
opmaling door de boeren regelmatig in
het water te staan. Deze eigenlijk
onbewoonbare woningen werden
bewoond door zeer arme gezinnen, die
's winters de toch al erg lage huur
nauwelijks konden betalen. De gemeente
was niet bereid deze woningen
onbewoonbaar te verklaren, omdat de
bewoners daardoor dakloos zouden
worden en er geen mogelijkheden waren
om ze betere woonruimte aan te bieden.
In ieder geval één inwoner van Kolhorn
woonde in een tent.
Het bestuur van de afdeling Barsinger
horn van Het Witte Kruis deed zijn best
om aan deze ongewenste toestanden een
einde te maken, aangezien veel
woningen geheel in strijd met de meest
bescheiden eischen der gezondheidsleer waren.
Dit had uiteraard een zeer nadelige
invloed op de gezondheidstoestand van
de bewoners van de slechte arbeiders
woningen. De meeste ziektegevallen
kwamen volgens Het Witte Kruis dan ook
juist voor bij bewoners van behuizingen
die men eigenlijk zelfs niet eens
woningen kon noemen, aangezien het In
tot woning ingerichte schuren waren. ter
De gemeente zou deze percelen moeten ves
kopen en slopen. Hierdoor zou ovi
bovendien de groei van het aantal da;
behoeftige gezinnen worden gestopt. roi
De gewraakte woningen werden namelijk ov<
vooral verhuurd aan armlastige gezinnen gn
uit andere gemeenten die werden vei
aangetrokken door de lage huur. Scl
De kosten die de gemeente zou maken bij na
de koop en sloop der onbewoonbare in 1
percelen zouden dus ruimschoots te 1
worden gedekt door de besparingen op ho
de armenzorg. laa
ste
Uit de opmerkingen van Het Witte Kruis He
zou men de indruk kunnen krijgen dat voc
het voor velen zo aantrekkelijk was om in toe
de gemeente Barsingerhorn te gaan wo
wonen, dat de mensen in grote aantallen suj
toestroomden. Dit is echter niet het on:
geval. Sinds het begin van de agrarische aar
crisis in de zeventiger jaren had de vol
gemeente een vertrekoverschot. gez
10