7 juni aan. Over de Weiwerder klok
konden we geen nadere aantekeningen
vinden.
In het dagkasboekje van Van Bergen staat
temidden van berichten over de levering
van brandemmers en koperen balansen
het volgende over Schagen te lezen:
"14 Juni 1882 Woensdag, de Eerw. Heer
Chr. Philippona, Deken en Pastoor te
Schagen Prov. N. Holland. Drie oude
Klokken bezichtigd terwigte van 1250,
935 en 320 kilo. Prijs opgegeven per kilo
ƒ150 a contant. Heeft opgegeven dat de
Toren waar de klokken zullen hangen
wijd is buitenwerks 7 Meter driesteens
muurwerk, dus inwendig 5.60 Meter a
5.70 Meter. De Klokken met ijzeren
klokstoelen en alle toebehooren te
leveren, wil hij zulks per telegram
accepteeren. Afgesproken 16 Juni.
Per telegram bericht: 'ik accepteere de
drie. Philippona'. Direct geantwoord per
telegram: 'Telegram ontvangen.
Toegeslagen. Van Bergen'. Per brief
bericht: wil tegen 15 Augustus liefst
geleverd hebben."
III. DeTersehellinger klok
Van de drie 'Schager' klokken is over de
Midslandse klok verreweg het meest te
doen geweest. Reden genoeg om er extra
aandacht aan te besteden.
Drie geboortedata. Maar welke is dejuiste?
Niet minder dan drie nogal ver uiteen
lopende jaartallen worden in verschil
lende publicaties als geboortedatum
opgegeven: 1412,1512.1552. Het
laatstgenoemde jaartal wordt het meest
vermeld. Het is namelijk genoemd door
pastoor Christoforus Philippona zeifin
zijn Bijzonderheden uit de geschiedenis
der parochie van den H. Christophorus te
Schagen (Haarlem 1885). Gezien de
autoriteit van Philippona heeft men het
jaartal 1552 sindsdien meestal voetstoots
aangenomen. Maar juist is het niet, zoals
hierna zal blijken.
Evenmin juist is het jaartal 1412, dat
Henk Schoorl in zijn opus magnum De
Convexe Kustboog deel 4 (Schoorl 2000)
op p. 772 geeft. Schoorl vermeldt in de
bewuste paragraaf, dat vanaf de
veertiende eeuw Midslands sterk in
ontwikkeling was. De scheepvaart door
het Vlie, het zeegat tussen Terschelling
en Vlieland, nam namelijk sterk toe,
allereerst vanuit Kampen en de andere
IJsselsteden, maar weldra uit Holland, en
dan vooral Amsterdam. Maar ook
schippers van het eiland zelf plukten er
de vruchten van. Terschellinger schepen
namen reeds in de veertiende eeuw deel
aan de vaart op de Oostzee, Friesland en
Amsterdam. Zij voorzagen het eiland van
granen, bier en andere levensbehoeften.
Als gevolg van de toegenomen welvaart
verkreeg de plaats Midslands
geleidelijkaan een belangrijke
centrumfunctie. Reeds vóór 1445 werd de
plaats verrijkt met een eigen kerk,
toegewijd aan Sint Willibrord. In 1567,
het jaar waarin de taxaties plaatsvonden
voor de Tiende-Penning, - een beruchte
belastingmaatregel van Alva -, waren
Midslands met zeventig woningen en
Westerschelling ('West') met 126
verreweg de grootste dorpen van het
eiland. Zij namen samen 45% van het
totale huizenbestand voor hun rekening.
De gemiddelde huurwaarde lag in
Midslands het hoogste: daar woonden de
meest kapitaalkrachtigen: de
bestuurders, handelaars, de brouwer,
grutter etc. Of de overigens zeer
consciëntieuze Schoorl wellicht zo
gefixeerd was op de ontwikkelingen in de