jSEl D %^L QSk Plattegrond van een arbeiders woninkje in Bergen (uit: Brandts Buys) v;[-, ,1 I 'A&T O halve meter hoog. De kwaliteit van de arbeiderswoningen op het platteland liep uiteen. Sommige woningen werden bijna paleizen genoemd - waarbij op bijna waarschijnlijk zeer sterk de nadruk moet worden gelegd - terwijl andere plattelan ders in zeer armoedige omstandigheden woonden. Maar zelfs de armste plattelan ders woonden niet zo dicht opeen als hun stedelijke lotgenoten en vaak hadden zij zelfs nog een klein groentetuintje of een stukje grond waarop zij bijvoorbeeld wat kippen konden houden. In een in 1853 op verzoek van Koning Willem III door het Koninklijk instituut van Ingenieurs uit gebracht rapport werd over de woonom standigheden van de arbeidersklasse het volgende opgemerkt: "Helaas de holen der menschen - en anders mogen wij de woningen van velen uit den min- gegoeden stand niet heeten - staan niet zelden achter bij de plaatsen die ten verblijve van vele dieren zijn afgezonderd; de eerste vereischten van leven engezondheid ontbreken; alles schijnt er op aangelegd om het zedelijk leven, hetwelk in de holen wordtgeleid, op den achterlijken voet te handhaven en zoodoende staan die holen als onuitputtelijken bronnen van verderf, alle verstandelijke, vooral zedelijke ontwikkeling tegen en belemmeren den vooruitgang van eene gewichtige klasse der maatschappij". De bijgaande afbeelding is een voorbeeld van een in 1817 gebouwd minihuisje in Bergen. Het was van steen gebouwd en met riet bedekt. Het zou in Barsingerhorn misschien in klasse vijf, zes of zeven vallen en in Schagen in klas se zeven of acht. Het bestaat uit een kamertje en een vooreind en heeft aan een zijde een lage wand. De beide langs- geveltjes zijn blind, terwijl het ene topge- veltje de deur en het andere het woonka- merraam bevat. In het vooreind bevinden zich twee kasten onder de lage wand. In de woonkamer treft men daar de twee bedsteden aan, een voor de ouders en een voor de kinderen. Het vooreind meet krap zes vierkante meter, het woonge deelte is ongeveer negen vierkante meter groot. Inclusief bedsteden en kasten heeft het huisje een oppervlakte van iets meer dan 22 vierkante meter. De inrich ting van dergelijke huizen was sober en bevatte alleen een tafel en enkele stoelen. Het hele huiselijk leven speelde zich er af. Er werd gekookt, gewassen, geslapen, gewerkt en gewoond. Gemiddeld woon den er vijf personen in dergelijke huisjes en dit zal niet altijd even gemakkelijk zijn geweest. De huizen van de armste gezin nen waren te klein om een mooie kamer in te richten. Boeren en middenstanders konden zich dat soms wel veroorloven. In alle lagen van de bevolking was de behoefte aan een mooie kamer groot en hiervoor werd ook door kleinbehuisde arbeiders graag een slaapkamer opgeofferd. Wordt ucruolgd 20

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2003 | | pagina 22