H.van Lunzen (Hoorn) en C.B. Burger
(Zweeloo) om een landelijk verband op te
richten, voorlopig bestaande uit de
jongerengroepen in hetWestland, West-
Friesland en Emmen. Op voorstel van
Burger werd de naam: 'De Rijzende
Kerk'. 'Bond van Vrijzinnig
Godsdienstige Jongerengroepen in
Nederland'.
Deze naam is ontleend aan een gedicht
van Henriëtte Roland Holst:
"Tot een blijvend bestaan
Voert elk hunner aan
Zijn steen
En zo rijst de Kerk"
Het symbool van de Rijzende Kerk was
een luidende kerkklok en de leuze was:
"Vast aaneengesloten, een van doel en zin
Treden uuj de toereld en
haar tvijde kampplaats in."
Een vraag was of men als Rijzende Kerker
nog wel mee kon doen met de gewone
dorpsvermaken. Van Nieuwenhuijzen
schreef daarover dat het ideaal voor een
jeugdgroep was: "Maak het dorps-
vermaak zoals het nu eenmaal bestaat, en
dat zijn waarde heeft: als natuurlijke
uiting van gemeenschappelijke vrolijk
heid, maak het los uit de greep der
demonische machten die er beslag op
gelegd hebben".
Het programma van de afdelingen
bestond uit zang, volksdans, handen
arbeid en sport.
De clubavonden hadden eenmaal per
maand een gewijd karakter en eenmaal
per maand ging men gezamenlijk naar de
kerk. Er waren gewestelijke bijeen
komsten en landdagen, het is duidelijk
dat de Bond eerder jeugdorganisatie kon
worden genoemd dan jeugdbeweging.
Tot 1945 stonden de Rijzende Kerk en
VCJB geheel los van elkaar. Echter in het
verlangen naar meer volkseenheid na de
oorlog achtte men het onverantwoord die
scheiding te laten voortduren.
"De jongeren van stad en platteland, ar
beiders en intellectuele jeugd, moeten el-
Rijzende kerk afd.
Schagen in St.
Maartenszee 1941
Van links naar rechts
zien we hier, Marie
Beers, onbekend,
Dominee Kapteijn,
Koos Vermeulen, Jaap
van 't Hoofd, Wil de
Groot, Sjaan Pool,
Tinie Vunderink, onbe
kend, Koerdina Greven,
Piet Zeeman, Jan
Stammes, Nel Rijs en
onbekend.
Zittend: Jan Zegers,
Jannie Dekker, Nel
Tolle, Arie Dekker,
Nel Rijs en Jan
Poldermans.
13