elingvan de
n en wat droeg ze
Bond (VCSB)
20)
i! voor ons allen
in teken zijn
chonken
blijkt al, dat
:n ideëel doel
kte niets
en geestelijk of
r ontstaan heeft
t misschien wat
veging' te
noemen, het enthousiasme en het elan
die de eerste jaren na de oprichting van
deze studentenbond kenmerken, geven
toch wel recht om dit woord te
gebruiken: een beweging die in het
Hollandse studentenwereldje van die tijd
het effect had van een (kiezel) steen,
geworpen in een rimpelloze vijver.
Organisatie en uitbreiding
De jonge bond nam opmerkelijk snel in
ledental toe. Een overzicht in een
jaarboekje van voor 1920 noemt een getal
van 480 gewone leden dat al na één jaar
bereikt was; oplopend via 670 en 803 tot
918 in december 1919.
In de verschillende afdelingen werden
secties gevormd. Het jaarverslag over het
eerste hondsjaar maakt gewag van een
bloeiend sectiewezen in Utrecht waar de
lezingen, meestal religieus en ethisch
van inhoud, door studenten werden
gehouden. Naast de secties moeten de
zomerkampen worden genoemd. Heette
het in 1916 nog 'zomerbijeenkomst', die
plaats bood aan honderd deelnemers,
reeds het volgende jaar moest er gesplitst
worden en waren het voortaan
conferenties.
De 180 deelnemers werden voor het
eerst(!) ondergebracht in een tenten
kamp 'op het heitje bij Meilink' in
Barchum.
"Het meisjeskamp wordt met de grootste zorg
ingericht en met alle bezwaren uoor dames aan
een kampement uerbonden, wordt rekening
gehouden", stond geruststellend in
de toegezonden circulaire te lezen.
Er werden lezingen gehouden over
'zondebesef', 'bekeringen
wedergeboorte', 'heiligingen
Mei 1942, reünie bij
de boerderij van
Schouten aan
de Bonkelaarsdijk,
de boerderij is in 1945
verbrand en weer
herbouwd.