Overlast van de dansschool
Op 15 maart 1848, 's morgens om
11.00 kwam de Schager gemeenteraad
bijeen voor de periodieke vergadering.
Als punt 1 op de agenda, die zoals
gebruikelijk zeer kort was, stond de
overlast veroorzaakt door de dansschool
van Joseph Pimentel.
In de notulen lezen we:
"Na de opening der vergadering gaf de secretaris
de uergadering bericht, dat er herhaaldelijk
klachten zijn ingekomen ouer het laat in den
nacht voortduren van de zogenaamde
dansschool ten huize van Joseph Pimentel,
dansmeester alhier. Dat dezelue iuel is tuaar
gepatenteerd is als dansmeester doch dat
daardoor ten zijnen zeer ueel misbruik mordt
gemaakt uan het zetten uan gelag door meer
bejaarde personen, hetmelk zeer ueel aanleiding
geeft tot ongeregeldheden, en in strijd is met de
plaatselijke keur en uerordeningen op het uieren
uan den zondag en het sluiten uan de koffie
huizen, herbergen, kroegen en diergelijke meer."
Staande de vergadering werd de dans
meester ontboden en werd hem de keur
(gemeenteverordening) op het sluiten
van herbergen, koffiehuizen enz. van de
29e maart 1845, voorgelezen.
Pimentel werd op het hart gedrukt zich
vooral te houden aan artikel 1:
"Alle openlijke huizen, koffiehuizen, herbergen,
kroegen of onder tuelke andere benaming dezelue
ook zullen bekend zijn, zullen elke auond,
precies de klok hal/elfure, moeten gesloten zijn,
engene hoegenaamdegezelschappen aldaar
mogen uerzameld blijuen, zonder speciale
schriftelijke toestemming uan de burgemeester
op een boete uan twaalfguldens telken reize te
uerbeuren door den bemoner of de bewoners uan
'Het zetten van gelag door meer bejaarde
personen' gaf aanleiding tot ongeregeldheden.
het huis aliuaar dit zal zijn geschied en drie
gulden door iedere persoon tuelke zich aldaar zal
hebben tegenuroordig beuonden."
De raad liet het bij deze waarschuwing en
gaf Joseph het advies:
"zich uoor het ueruolg stiptelijk daana te
gedragen, ten einde zoo min hij, als andere
burgers o/hunne kinderen daardoor in
ongelegenheid en kosten of boeten zouden
ueruallen."
De dansmeester heeft zich de waar
schuwing kennelijk aangetrokken, want
van latere klachten is niets
teruggevonden.
Joseph Daniël Henriques Pimentel
Deze geboren Amsterdammer (+1822) is
als jongeman naar Schagen gekomen
waar hij op 6 december 1846 trouwde met
de 21-jarige Schagense Hester Sloog.
Het jonge paar betrok een woning aan de
Laagzijde. Volgens de vermelding in de
huwelijksakte verdiende Joseph zijn
brood als koopman. In 1847, bij de
geboorte van het eerste kind, een zoon
die Daniël werd genoemd, was zijn
beroep sigarenfabrikant. In 1848 bij de
geboorte van zoon Emanuel winkelier,
twee jaar later koopman en in 1852 weer
sigarenmaker.
Emanuel werd geboren aan de Hoogzijde
en de twee volgende kinderen, dochter
Jegera en zoon Herman respectievelijk op
het Noord en aan de Laagzijde.
Dansen zal hij geleerd hebben van zijn
vader Daniël die in Amsterdam zijn
brood verdiende als dansmeester.
Mogelijk heeft deze zijn zoon geadviseerd
en misschien gaf hij zelfs de lessen wel.
Tussen 1852 en 1860 is het gezin
Pimentel uit Schagen vertrokken met nog
onbekende bestemming.
17