bonen, aardappelen of gemengde kost met uitgebakken spek en 's avonds weer brood met koffie. Ondanks de geringe vergoeding van 42 cent van de rijksoverheid plus de 8 cent die er door de gemeente werd bijgelegd, nau welijks genoeg voor een goede verzorging, hadden de gevangenen niets te klagen. Dankzij de inspraak van burgemeester Arie Denijs en assessor(wethouder) Jan Streek liep de zaak met een sisser af. Zij wisten de officier van justitie in Alkmaar ervan te overtuigen dat de onregelmatigheden het meer aan on wetendheid dan aan boos opzet waren toe te schrijven. De officier wilde het gebeurde voor deze keer door de vingers zien, maar eiste echter wel dat er door de cipier geen handel meer zou worden gedreven met de gevange nen en er voortaan niemand, uitgezonderd de burgemeester, de kantonrechter of de griffier, zonder schriftelijke goedkeuring van de bur gemeester de gevangenen zou bezoeken. Renovatie van de gevangenis In 1841 was de gevangenis nog steeds in gebruik als overnachtingsplaats voor door trekkende gevangenen. Het Noordhollandsch kanaal was weliswaar al sinds 1824 in gebruik, maar vooral in winters met veel ijs gang kwamen er nog steeds groepen gevan genen in Schagen overnachten. De gebouwen moesten hoognodig gerenoveerd worden en ook de inventaris was toe aan vernieuwing en uitbreiding. De inventaris bestond volgens een beschrij ving van de burgemeester, al jarenlang uit een vaste kreb, groot en uiijd genoeg voor drie personen, waaraan een vaste zitbank is, voorts vier strozakken, drie dito hoo/dkussens en vier wollen dekens". Hij zou graag zien "dat er in ieder vertrek een vaste houten kreb wierd gemaakt, ieder met een zitbank voorzien, verder nog driestroozakken of matrassen, drie of vier hoofdkussens, vier wolle of andere dekens". De burgemeester wilde graag dat, gezien het geringe aantal gevangenen uit Schagen en omgeving dat er werd opgesloten, dat de kosten door de hogere overheid zouden worden vergoed. Vijfjaar later kwam de toestem ming om de torens te renoveren en het meubilair uit te breiden. De grootste verandering was de inrichting van de bovenste ver dieping van de cipierswoning tot verblijfvoor vrouwelijke gevange nen. De kosten werden voor de helft gedragen door het ministe rie van justitie, eenvierde door de gemeente Schagen en het resterende deel door de overige gemeenten in het kanton na rato van het aantal inwoners. Men had nog wel bedenkingen tegen het niet al te stevige houten hek op de boogbrug over de slotgracht en het ontbreken van een bel waarmee de gevangenen de cipier in geval van nood konden oproepen. De officier van justi tie "acht het voor minder voorzichtig om de schellen uit den eenen toren naar de cipiers kamer niet te doen aanmaken". Een echt huis van bewaring De gevangenis kreeg nu de officiële status van 'Huis van bewaring'. Het cipierschap van de weduwe Oijevaar was wettelijk onmogelijk geworden. Het was jarenlang oogluikend toe gestaan, maar nu de Schager gevangenis een officieel huis van bewaring werd waarvan de kosten grotendeels ten laste van justitie zou den komen, kon dit niet langer. De burge meester moest er voor zorgen dathet cipier schap worde opgedragen aan een daartoe alleszins geschikt man die, wanneer zulks gevorderd wordt, die diensten kan bewijzen welken den cipier bij schrif turen als anderegeuallen worden opgelegd". De bezoldiging zou 75 tot 100 gulden per jaar mogen bedragen. Op 28 augustus 1845 was Henrietta Ludovica, de jongste dochter van Pieter Oijvaar en Fenna Numan, met de timmermansknecht Arie Pinxter getrouwd. Het was een gemengd huwelijk Arie was katholiek en Henrietta her vormd. Het jonge paar trok in bij de moeder van de bruid in de toren hoewel Arie een huis je bezat aan het Rensgars. Dit was toen ken nelijk al te bouwvallig om te bewonen. In elk geval werd Arie op 3 maart 1856 door het

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2002 | | pagina 21