De oude en de nieuwe schouw in de Ridderzaal
Van het oude en het nieuwe Slot van Schagen
Fred Timmer In de grote zaal van het vroegere kasteel
van Schagen bevond zich een marmeren
schoorsteen die in alle bekende publica
ties wordt afgeschilderd als 'prachtig',
maar vooral als 'heel bijzonder' als het
om de herkomst gaat van met name de
twee marmeren zuilen.
Algemeen wordt aangenomen dat het
kasteel van Schagen in 1440 door de eer
ste heer van Schagen, Willem de bastaard
van Holland, in gebruik is genomen.
Enkele jaren geleden dook echter een
nieuw archiefstuk in handschrift op,
getiteld "Inventaris der Geschilderde
Pourtraiten op het Oost Pavilloen van het
Kasteel te Schagen, behoorenden aan de
Hoog Edelen Hoog Geboorenen Heeren
van Schagen". Het stuk wordt gedateerd
1866 en omvat een lijst van portretten
afkomstig uit het kasteel van Schagen die
bij de sloop van de kasteelruïne waren
overgebracht naar een bovenvertrek van
het Oost-paviljoen (het huidige cafe-
restautrant De Posthoorn). De inventaris
noemt 35 portretten. C.W.Bruinvis, de
Alkmaarse stadsarchivaris, heeft deze
verzameling rond 1856 gezien en spreekt
van 40 tot 50 schilderijen.
De inventaris is in twee handschriften
aanwezig, duidelijk een klad-versie en
een officiële versie waaraan naast de
nederlandstalige ook een frans-talige
titel is toegevoegd. Deze laatste, officiële
versie wordt afgesloten met een
"Verklaring van de Marmere Schoorsteen
die gestaan heeft in de Groote Zaal op het
Kasteel te Schagen", die waarschijnlijk
van vroeger datum is dan de inventaris.
We laten hier een gedeelte uit deze
Verklaring volgen
"Deeze Heer Willem voltooide in het Jaar 1440
een nieuw Slot in het midden van de Stede
Schagen bezuiden de Kerk dewelke na alle
omstandigheden egter eerst in hetjaar 1460
schijnt volbouwt te zijn.
Dit Slot ojKasteel vermoedelijk ten dele uit het
oude Slot van Magnus t'saam gesteld naarivij-
zing van een Balk ivaar men hetjaar 1302 en
een ander 1394 noch heden vind aangeteekend,
was niet alleen bij dezelve eerste aanleg zeer
sterk maar ook van binnen zeer prachtig, onder
andere munte uit eene schoone en om deszelve
gedeeltelijk overoude herkomst merkwaardige
Schoorsteen in de Groote Zaal.
Dit het prachtig en bouwkundig gedenkstuk,
welke voorste Pilaren naar uitwijzing van een
Latijnsch vers op een zwarte Agaat Steen voor
deszelvegeplaatst door een der eerste Heere van
Schagen en dus vrij zeker door voornoemde
Magnus op een Kruisvaart zijnde van Afrika bij
Tunis uit de puinhoope van het aloude
Carthage medegebracht is het oudste en ver-
maardste Antiquiteit dat men in geheel Holland
kan aanwijzen.
Dit zoo wel om deszeffs herkomst als kunste
ordinatie over opmerkenswaardig stuk
beschrijft zoo als blijkt een zuiver Counthies
Ocsaal in de oude Competitia en was in het
geheel van de basis tot de bovenste Circumjirite
Cor onna tien Meludas of voeten hoog en 2'(
diep terwijl deszelfs breedte mede 10 Meludas
bedroeg. Hoo/dzakelijkt'zamengesteld van dat
zoo hoog geschat zoogenaamd Sphartes
Marmer, melkwit met bloedaderen door
trokken. Zo zuiver als men nergens eenige
besmetting van Goud oj7Bronsude ontdekt, hoe
wel men wil dat die outijds uit wansmaak
kunstmatig waren aangebracht heeft egter."
8