Rouwborden in
het interieur van de
Grote Kerk in Alkmaar
op een schilderij van
Pieter Saenredam.
8 Zuiderkerkhqf
Amsterdam.
9 De tn Den Haag uronen-
de Zwitserse predikant
Abraham Perrenot:
'Ouer de begrafenissen
binnen de steden en ker
ken'. Professor Adriaan
Kluytin 1776 te
Middelburg.
10 De schrijfsters WoIJfen
Deken lieten zich begra-
uen op de door dominee
Perrenotgestichte
begraafplaats.
11 De Provisionele
Representanten uan het
uolkoan Holland
uaardigdeop8Juni
1795 een plakkaat uit
met 12 regels met betrek
king tot het begraven.
Artikel 1 verbood per 1
januari 1796 het
begraven in kerken.
Dit rooster was ook de grens tussen
kerkelijk en wereldlijk gezag en soms de
plaats waar rechtgesproken werd. Aan
het eind van de Middeleeuwen raakten
steeds meer mensen in staat om zich een
begraafplaats in de kerk aan te schaffen.
Ook raakte het in zwang om grafstenen
te laten leggen in de kerk, het gevolg was
dat de vloer op den duur vol met deze
stenen kwam te liggen. Als reactie daar
op ging men over tot het rechtstandig
plaatsen van grafstenen en later tot het
plaatsen van wandborden. Reeds in de
17de eeuw kwamen er protesten tegen
het begraven in kerken. Petrus Plancius
liet zich buiten de stad begraven8.
Hij was echter een uitzondering, buiten
de stad werden immers de paupers
begraven, wie het zich permitteren kon
liet zich in de kerk begraven. In 1667
looft de Amsterdamse overheid een
premie uit om het begraven buiten de
stad aantrekkelijk te maken. Onder
invloed van 'de verlichting' verschoof in
de 18de eeuw het denken te opzichte van
de dood. De 18de eeuwer nam als het
ware meer afstand tot de dood, het
gevolg hiervan was dat het niet meer
vanzelfsprekend was dat een begraaf
plaats zich temidden van de levenden zou
bevinden. Vele predikanten en artsen
namen, om hygiënische redenen maar
ook om de heidense oorsprong er van,
stelling tegen het begraven in kerken".
Begraven in de kerk had grote en voor de
hand liggende nadelen en zorgde voor de
nodige overlast. De vloer moest steeds
opengebroken worden, het stonk er erg
en voor sommige nabestaanden was het
mooiste moment van begraven dat van de
preek. Enkele 18de eeuwers gaven het
voorbeeld en richtten begraafplaatsen
buiten de stad in'°. Het wel of niet
begraven in en bij de kerk dan wel buiten
de stad raakte in de 18de eeuw ook
politiek beladen. Begraven buiten de stad
werd gezien als patriottische nieuwlich
terij. In augustus 1783 te Arnhem ont
aardde een begrafenis buiten de stad in
een compleet volksoproer. Echt handig
had de Arnhemse magistraat dat niet
aangepakt, op de aangewezen plek
werden voorheen de gehangenen begra
ven. Het kwam zover dat het reeds begra
ven lijk opgegraven en door de stad ge
sjouwd werd. Het oproer moest met
geweld neergeslagen worden.
Na de komst van de Fransen in januari
1795 werd het begraven in kerken
verboden n. Allerlei vormen van lijdzaam
verzet zorgden ervoor dat in 1798 het
verbod alweer opgeheven werd. Hoe de
verdere wetgeving rond de lijkbezorging
zich ontwikkeld heeft is door
12