Publicaties over de familie Wit: Een stamboom van de familie Wit, samengesteld door A.J. Wit is in 1974 gepubliceerd in Westfriese families het kwartaalblad van de Stichting Westfriese Families. Bovengenoemde stichting heeft in 1979 het boekje van de hand van mevr. Maria Lucieer Frankenhout - Wit met de titel 'Nó ja mekind, zo wazze ze nou die West-Friezen' gepubliceerd. De Schager Courant heeftop 20.04.1989 een artikel geweid aan het honderdjarig bestaan van het bedrijf Imkewerf. Over Imkeland: In de 54ste bundel (1987, pag. 108-115) van het West-Fries Genootschap staat een artikel van de hand van Mr.J. Belonje waarin hij de oudste geschiedenis van Imkeland beschrijft onder de titel: 'Hef Imkeland onder Valkkoog'. van slapen kwam niet veel in die dagen, toen lagen er vijf stuks languit met de kop aan de grond met 41 en 41,5 graden koorts. Je kon ze op een afstand hooren kreunen. Enfin, ze zijn er allemaal doorgekomen en ik heb later nog wel eens meer een dode koe gehad, maar ik heb nooit meer zijn nek afgesneden. Het was een goede les geweest. Gelukkig dat er geen mensehenlevens bij te betreuren vielen. Leverbot en rotkreupel Wat de schapen betreft, daar hadden wij nogal eens last van leverbotziekte (ten minste de eerste 25 jaar van ons boeren) want toen stond je er machteloos tegen over en was je genoodzaakt om ze voor een zacht prijsje op te ruimen voor de dood. Er waren toen nl. nog geen pillen of capsules waar je de botjes mee dood kon maken. Ik heb een keer eens wat oude schapen van Tespel gekocht toen ik wat ruim gras kreeg en een poos later had het hele koppel rotkreupel. Ik had er wel meer van gehoord maar zelf nooit kennis mee gemaakt, maar ik kwam tot de ont dekking dat je er gemakkelijker aan als af komt. Met de varkens hadden wij de eerste jaren van ons boeren nog al eens last van vlek ziekte. Later toen je de vlekziekte onder de knie had door ze voorbehoedend te enten met een serum, toen kregen wij weer borstziekte en pest. Gelukkig is de wetenschap thans zover gevorderd, dat men zich tegen verschil lende ziektes kan wapenen als men er tenminste vroeg genoeg bij is, dan kan men door enting veel bereiken. Vooral voor de tongblaar is dat van groot belang want dat kon je soms ontzettend veel schade berokkenen en de narigheid die je had met zere spenen en zere klauwen. Ik denk bijvoorbeeld ook aan kunst matige bevruchting van het rundvee. Het lijkt me toe dat dit de productie van de veestapel zeer ten goede kan komen. Ik denk ook aan insectenbestrijding. Wat is het een genot als je je van die lastige plaaggeesten ontdoen kan. Zo zijn er nog een heleboel dingen meer waarover valt te denken, ook minder mooie atoom bommen, Indonesië enz. enz. Jullie zijn nog jong, laten we hopen dat jelui er niet heen behoeven. Het was aanvankelijk mijn bedoeling je iets mee te delen uit het leven van de man waarna je vernoemd bent, maar je hebt nu zo langzamerhand ook, in 'tkort, de levensgeschiedenis van je grootouders op een briefje, behoudens dan het slot, maar daar heb ik net wat ruimte voorover gelaten, dan kan je dit er mettertijd zelf aan maken. Onze beste wensen Omoe en opa. Tot besluit Dick, omoe maakte mij erop attent je had van die pestvarkens wel een beetje meer kunnen vertellen. Welnu hier dan: Ik liet in 1913 die boet maken en 't verliep alles normaal. In 1915 had ik weerde boet vol en een koppel op het land. Op een Donderdag kocht ik er nog een stuk of zes schrammen bij op de markt en die krengen waren besmet met de pest. En die staken de hele zaak aan. Een heel gedeelte ging er de grond in en de rest, 24 stuks, heb ik op een Zaterdag in Hoorn voor een heel zacht prijsje aan de man gebracht en de nieuwe boet heeft weer enige jaren leeg gestaan, Dat kwam mee door de oorlog'14/18. Het meel werd zo slecht en er werd zo mee geknoeid, dat het varkensmesten zeer riskant werd. 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2001 | | pagina 16