Veeziekten
Dick, mijn schrift is nog niet vol daarom
zal ik probeeren er nog een verlengstukje
aan te maken. Na lezing van hetvoor-
gaande zou je misschien de indruk kun
nen krijgen; Het is opa en omoe tijdens
hun boeren altijd nogal erg meegelopen
Uit de Schager Courant
van 6 juli 1909
EEN ERNSTIG GEVAL. VAN VEEZIEKTE.
Op de Tolken alhier, deed zich een geval van be
smettelijke veeziekte, vermoedelijk miltvuur voor, dat
in zijne gevolgen voor den betrokken eigenaar zeer
schadelijk was. Bij het melken Donderdag j.1. om 5
uur gaf eene der koeien nog 20 kan melk, kort daar
op werd het beest ongesteld en wel in die mate, dat
het in de weide werd afgemaakt. Een alhier woonachtige
slager werd eigenaar, die de vier bouten naar Den
diefder verzond. De alhier woonachtige veearts -s
door afwezigheid, niet in de gelegenheid het vleesch
grondig te onderzoeken, wat zeker ook zeer moeilijk
zou zijn geweest, daar het op het oog blank en zui
ver idtzag. Zulk een onderzoek bepaalt zich dan ook
hoofdzakelijk tol de ingewanden en de aangestoken dee-
len. Ongelukkig was de koe in de weide geslacht, en
hadden andere koeien, een paard, en een schaap! van
het bloed geslikt..
Vrijdagochtend deed het paard wel eenigszins vreemd,
doch het werd toch voor den kaaswagen, naar Alkmaar
gespannen. Onderweg werd het dier blijkbaar nog zie
ker en kort na de aankomst in Alkmaar werd de hulp
van den veearts ingeroepen. Die hulp mocht evenwel
niet baten; het beest stierf. Het bloedonderzoek toon
de aan, dat het aan miltvuur was gestorven. Van het
geval werd terstond kennis gegeven aan den districts
veearts te Haarlem, terwijl alhier gevraagd werd of
er miltvuur op Tolken heerschte. Onmiddellijk werd
een onderzoek ingesteld, waarbij bekend werd. wie de
afnemers van het vleesch waren. Met spoed werden
deze opgezocht en daarop werd het vleesch onder po-
litie-toezicht te Den Helder vernietigd. Inmiddels wa
ren 4 koeien van den heer K. ernstig ziek geworden
en waren tejene kat en een schaap gestorven..
Terwijl wij hedenmorgen naar den afloop een onder
zoek instelden, deelde men ons mede, dat bijl de koeien
©enige beterschap was ingetreden, doch tevens, dat drie
andere koeien waren aangetast. Hoewel miltvuur bij'
het paard was geconstateerd, kan zulks van de koe
nog niet officieel gezegd worden. Heden wordt een
scheikundig onderzoek daarnaar ingesteld.
Opmerkelijk is het, dat op het land nog nimmer
een geval van miltvuur was voorgekomen zoodat de
oorzaak elders moet worden gezocht.
want van tegenslagen wordt heelemaal
niets vermeld, toch hebben wij ze wel
meegemaakt. Maar moeilijkheden in het
leven zijn er nu eenmaal om ze te over
winnen en dat is ons tot nogtoe vrijwel
gelukt. Echterzoo af en toe hebben wij
wel dingen meegemaakt, die minder
plezierig waren. Zoo b.v. meerder malen
mond- en klauwzeer bij de koeien met de
schadelijke gevolgen daaraan verbonden,
en het beroerdste was, je stond er
machteloos tegenover.
TBC
Eveneens het besmettelijk verwerpen kon
soms heel schadelijk zijn, en dan koeien
met t.b.c. waaronder dan vaak open
lijders voorkwamen die je aanvankelijk
nog wel eens te lang hield in de eerste
plaats omdat je zoo op het oog af niet kon
constateren of hij open was of niet en in
de tweede plaats hielden ze soms nog al
tamelijk lang vol met geven, en een
hooge waarde hadden ze toch niet meer,
en inmiddels hadden ze dan alle
gelegenheid om de rest aan te steken.
Miltvuur
Dan heb ik ook nog een keer miltvuur
gehad. Een beste koe werd 's ochtends
ziek en ging 's avonds dood, in 't land
(het was nl. in Juni 1909). Op aanraden
van een buurman, die 20 jaar ouder was
dan ik, besloten wij om zijn nek af te snij
den dan kon hij uitbloeden en zou de
bout wat meer waarde hebben. Met be
hulp van de buren laden wij hem op de
wagen en brachten hem naarSchagen.
Toen ik weer thuis kwam was het feest in
het land. Alle koeien zondom die bloed
plas en bulken en brullen niette kort.
Het paard toond ook z'n belangstelling.
Dat gebeurde allemaal op een Woensdag,
Donderdag gebeurde er niets, maar
12