telde er geen
eprobeerd of
iet het land
had en dat
elkander en
stqoo gulden
i.
en boerderij
lijpe en
jen werd ik
in het Imke-
jtoe gebruikt
koeien wezen
ek aan ruimte
ouwen en in
istplaat.
in het zicht
d van
Tenminste
d- en
allemaal
waren in de
ïd dus we
n we deden
ste wereld-
tvember 1918
dienen voor
had en ook
n het perceel
tik voor
17 kocht ik in
eid, het
ijs van
ilgend jaar
igt, ruim
is. In 1920
ïtmeester dat
Ier die ik nog
wat hij op
Het was
0 een 'hij'.
Omdat ik er al zoo lang gebruiker van
was geweest werd ik in de gelegenheid
gesteld een een bod op te doen.
Zij wenschten niet te handelen. Ik heb er
toen een bod op gedaan en wel
25000 gulden voor de io'/2 bunder. Ik was
n.1. een beetje bang dat de strijkgeld-
haalders het mij lastig zouden maken.
Ik heb dat bericht opgestuurd naar de
notaris die met de verkoop belast was en
ik hoorde er niets meer van: een week,
twee weken, drie weken; nog nooit geen
bericht.
Toen heb ik een brief gestuurd aan die die
notaris, dat ik er vanaf zag, dat ik mijn
bod niet meer gestand deed. Per omme
gaande kreeg ik bericht dat de eigenaar
mijn bod had geaccepteerd maar dat de
brief nog op de schrijftafel van mijnheer
de notaris lag. Hij had hem namelijk
vergeten te verzenden en gaf mij alsnog
ernstig in overweging om mijn bod als
nog gestand te doen want anders bracht
ik hem erg in ongelegenheid bij zijn
principaal.
Kfi'IHxuiipt
Ik heb hem beleefd teruggeschreven dat
hij dat maar met zijn principaal moest
uitmaken, maar dat ik mij van mijn bod
ontslagen achtte. Een maand later kwam
het in publieke verkoop en toen was het
inmiddels wat ruchtbaar geworden dat ik
in de gelegenheid geweest was om het uit
de hand te kopen, maar dat ik mij
teruggetrokken had. Dat maakte de
strijkgeldhaalders die het een koper
soms erg lastig konden maken een beetje
voorzichtig en toen kocht ik het in open
bare verkoping voor 22000 gulden maar
toen moest ik wat hooger onkosten
betalen, doch uiteindelijk had ik er toch
ruim 2000 gulden mee gewonnen.
En zoo is dan Imkewerf gegroeid uit het
Inrkeland en de Westerkaag, de Lageweid
en de Dijkweid tot vrijwel een aaneen
gesloten geheel.
Ik eindig dan met de wensch dat het zoo
mag blijven, althans zoo lang je vaderen
moeder boeren en wat jelui er later mee
zullen doen als ik er niet meer zijn, och
dat zien jelui dan wel weer, die dan weer
leeft, die dan weer zorgt.
Tolke en
omgeving
in 1880.