Bronnen: Regionaal archief Alkmaar, archief Schagen: Gemeenteraads verslagen over de betreffende jaren Archiefstukken betreffende de begraafplaats, 851 t/m 856 Stukken betreffende de aankoop van de slottorens, 634 De Historische Vereniging heeft een lijst van graf eigenaren. 2 Vriendelijke mede deling van de heer M.T. Roep te Zaandam. 3 Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins, Mr. J. Belonje, Genealogische en Heraldische Gedenkwaardig heden dl. 5, Utrecht 1931. De inrichting De doden werden zoals gebruikelijk begraven met hun gezicht naar het oosten. In de oost/west richting waren er 13 graven en vanaf de torens waren er 39 rijen. Er waren dus 507 graven waarvan er 504 genummerd waren. De buitenste drie rijen aan de oost en westzijde evenals drie rijen aan de noord en zuidzijde waren bestemd voor de armen en huurders. De 231 graven hier tussen waren te koop voor tien gulden, behalve voor de burgers die konden bewijzen een graf in de kerk in eigendom te hebben. Zij kregen als schadevergoe ding gratis een grafruimte op de nieuwe begraafplaatsRond 1837 waren er nog 90 graven te koop. Een eigen kerkhof voor de katholieken In 1853 kregen de katholieken een eigen kerkhof achter de kerk aan de Molen straat. Voorwaarde was dat de lijken aan de zijde 334 palmen en aan de hoofd en voeteneinden 335 palmen van elkaar verwijderd zouden worden begraven. Maarten Koomen wordt de eerste opzichter. Deze verklaart op 21.2.1853 officieel dat hij de bepalingen van de wetten en reglementen op het begraven getrouwelijk in acht zal nemen en opvolgen. In februari 1853 wordt in graf nr.i Bart Filmer begraven. Het einde van de begraafplaats De begraafplaats werd in 1829 geopend en in 1873 gesloten toen de nieuwe begraafplaats aan de Hoep in gebruik werd genomen. Als laatste werd op 22.12.1873 'n graf4°9 het levenloos geboren kind van R.F.D. Bertz begraven. Tot 1853 werden - op een enkele over ledene na die elders werd begraven na - alle Schagenaars achter de slottorens begraven. Jaarlijks waren er tussen de 50 a 60 doden. In 1853 kregen de katholieken een eigen kerkhof aan de Molenstraat waar per jaar 20 tot 25 overledenen werden begraven. Naar schatting zijn er zo'n 2000 Schagenaars op de plaats van het afgebroken slot begraven. Veel eerbied voor de doden had men niet want na de sluiting werd de begraafplaats meer en meer verwaar loosd. Men had er geen cent voorover om de begraafplaats te ruimen en de stoffe lijke resten netjes elders te op te bergen. De grafaanduidingen verdwenen en op het terrein werden allerlei gebouwtjes opgericht. Een van deze gebouwtjes heeft volgens overlevering2 zelfs dienst gedaan als ijskelder voor de slager, 's Winters werd ijs uit de slotgracht gehaald en tussen stro en riet, als isolatiemateriaal, opgeborgen om in de zomer het vlees te koelen. Omstreeks 1930 waren er nog twee grafzerken overgeblevenwaarop: 1. Margaretha Martina Nabal geb. de Hart obiit 29 Augs. 1850. 2. Rustplaats van A.L.Stheeman ontvanger der registratie te Schagen geboren te Winschoten den 2Ósten Augustus 1824, overleden te Schagen de 6den Maart 1863. Vermoedelijk zijn deze laatste zichtbare tekenen geruimd toen er in de Tweede Wereldoorlog geschutsstellingen zijn aangebracht die kort na de oorlog zijn afgebroken. Het terrein werd ingericht als plantsoen, dat sterk verwaarloosd, de laatste jaren gebruikt werd als hangplek. Gelukkig is er nu een meer representatieve functie gevonden voor deze historische plaats. 20

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2001 | | pagina 22