Ethische bezwaren waren er ook: de kerk
zou ontheiligd worden door de
voortdurende aanwezigheid van lijken en
men vond het onderscheid tussen arm en
rijk niet juist omdat in de dood iedereen
gelijk was.
In 1795 onder de Bataafse Republiek
werd het verboden nog langer te begra
ven binnen steden en dorpen.
Dit verbod werd massaal overtreden tot
in 1810 een decreet van Napoleon I uit
1804 ook hiervan kracht werd. In
plaatsen met meer dan 1000 inwoners
mocht niet meer binnen het centrum
begraven worden.
In Schagen met ongeveer 1350 inwoners
werd geen aanstalten gemaakt om een
nieuwe begraafplaats aan te leggen; de
bestaande gebruiken werden vermoede
lijk gedoogd. Na de bevrijding van de
Fransen in 1813 mocht er weer in de kerk
begraven worden tot 182 5In dat jaar
maakte een Koninklijk Besluit definitief
een eind aan de mogelijkheid om in de
kerk begraven te worden.
Voor 1 januari 1829 moesten de gemeen
ten een of meer begraafplaatsen aan
leggen op een afstand van 35 a 40 ellen
meter) buiten de stadsmuren of
bebouwing. Het terrein moest een om
vang hebben van vijf maal het te ver
wachten aantal doden in een jaar.
De begraafplaatsen moesten in het ver
volg beheerd worden door de gemeenten
in plaats van de kerkbesturen.
Het gemeentebestuur van Schagen moest
dus een nieuwe begraafplaats aanleggen.
De animo onder de Schager bestuurders
was gering want het ging geld kosten.
De burgemeester stuurt in december
1827 de staatsraad gouverneur een brief
waarin hij vrijstelling vraagt daar:
"Het kerkhof zeer hoog en ruim en in het midden
aan het Marktveld is gelegen en ookgroot
genoeg is om aan het oogmerk te beant
woorden, omdat wij zonder enorme kosten geen
gelegenheid buiten de plaats voor een kerkhoj
hebben."
Het antwoord was negatief en Schagen
moest een andere oplossing zoeken.
'Eeuwigdurende rust'
was de Schager
doden niet gegund.
De linker foto
geeft de situatie weer
van omstreeks 1901,
de rechter die van
een eeuw later.
17